184
Rekent men, dat Roberts na de bezetting van Kroonstad
onder zijne directe bevelen had 45000 man, terwijl de andere
15000 verdeeld waren langs den spoorweg, van af de Oranje
rivier, en tusschen den spoorweg en de Oostelijke grens, dan
blijkt daaruit, dat hoogtens een vijfde van de in Zuid-Afrika
aanwezige macht op dat oogenblik, medio Mei, beschikbaar was
voor den opmarsch naar het Noorden. We zeggen op dat oogen
blik, omdat succes op een der of beide neventooneelen een aan
zienlijke vermeerdering van troepen op 't hoofdoperatieveld ten
gevolge zoude hebben, terwijl daarentegen uitbreiding van het
verzet aan gene zijde der Oranjerivier, mits behoorlijk georga-
ganiseerd, Roberts' leger met volkomen ondergang kon bedreigen,
't Laatste gebeurde niet, 't eerste wel als gevolg van de ge
lukkige manoeuvres in 't centrum.
In Natal, waar zich zooals we reeds opmerkten, omstreeks
den 10en Mei in de Britsche kampen merkbare teekenen van
hernieuwde werkzaamheid hadden vertoond, trad weldra eene
belangrijke verandering van den toestand in. Den 13en en den
14en trokken de commando's uit Carolina, Pretoria en Lijden
burg, Transvalere dus, in Noordelijke richting af tot nabij Ali-
tikoela, zonder aan Bulier eenigen tegenstand te bieden. Deze
bereikte den 14en Dundee en daags daarop Glencoe. De
positie in de Biggarsbergen was alzoo ontruimd, terwijl de
bezetting van de passen in het Drakensgebergte Vrijstaters
eveneens gedurende de laatste dagen niet onaanzienlijk ver
minderd was.
De oorzaak van dit van ontmoediging getuigende terugtrek
ken der Boeren moet men natuurlijk zoeken in het snelle succès
van Roberts in 't Noorden van den Vrijstaat, waardoor de fe
deralen in Natal beducht waren geworden voor hunne terug
tochtslij n. Hoewel een goed deel der bondgenooten tijdens den
opmarsch van Roberts van Bloemfontein naar het Noorden Natal
had verlaten om in den Vrijstaat aan de krijgsverrichtingen
deel te nemen, zoo was de resteerende macht in ieder geval
nog sterk genoeg om, langzaam naar het Noorden wijkende,
aan Buller's opmarsch moeilijkheden in den weg te leggen.
Dat het niet allen aan goeden wil en genoegzaam vertrou-