200
Brialmont en zijn aanhangers zeer gering isde jongste verkie
zingen, vooral die te Brussel, hebben dat voldoende bewezen.
De Katholieke partij zit al 16 jaar op het kussen en het échec
van generaal Brassine is eene vingerwijzing voor degenen, die
zich soms illusiën mochten maken van eene hervorming van t
Belgische leger in Brialmontschen geest.
Doch men ziet uit het bovenstaande, dat voor de werving van
Belgen ten behoeve van het Indische leger groote bezwaren in
het verschiet liggen. Triomfeert de clericale partij, dan zal
België veel vrijwilligers voor leger en Gendarmerie noodig heb
ben, veel meer dan thans. Drijft de liberale, hof-en legerpai tij
haar zin door, dan komen wij van Scylla in Charybdis, want
dan zal men eerst recht de vrijwilligers noodig hebben voor de
vrije navolging van Keizer Wilhelm's „Weltpolitik, die den
tegenwoordigen koning der Belgen zoo na aan 't hart ligt.
Duitschers en Belgen niet meer te krijgen zijnde, zal men
zich moeten behelpen met een luttel aantal Zwitsers, Luxem
burgers, Oostenrijkers, enz., gelijk reeds gezegd is, totaal nog
geen 500 man. Yroeger had men veel Franschen en Walen,
doch het is niet te verwachten, dat eene heropening van de
werving voor dezen resultaat geven zou, gesteld al dat men
hiertoe zou willen besluiten, hetgeen in verband met de erva
ring zeer twijfelachtig is. Voor de Walen geldt natuurlijk het
zelfde als voor de Vlamingen en Vlaamsch verstaande Belgen
en wat de Franschen betreft, die kan men in Frankrijk waarlijk
niet missen.
Het wordt dus meer en meer noodzakelijk, dat Nederland
op eigen krachten leert vertrouwen en daar het aantal tot
vrijwilligen militairen-dienst genegen Nederlanders uit den aard
der zaak beperkt is, moet de reorganisatie der levende strijd
krachten met deze grens rekening houden, met de beschikbare
krachten weten te woekeren, aan allen de plaats geven, waar zij
het meest benoodigd zijn en vooral ook trachten niéuwe bronnen
te openen en oude, die verstopt geraakten, doch daarom nog
niet juist uitgedroogd behoeven te zijn, opnieuw te doen vloeien.
Laat men toch in 's hemels naam partij trekken van 't geen
voorhanden is. Zoo rijk aan personeel zijn wij niet, dat wij
onbenut mogen laten, wat eene plaats zou kunnen vinden.