235 aanvallen zal wagen, kan men over het algemeen het voorter rein, voorzoover dit mogelijk is, geheel raseeren, met behoud van enkele herkenbare punten voor de afstandsscbatting. Min stens moet die opruiming tot op 1000 M. vóór de stelling ge schieden. De materialen, bij de opruiming verkregen, kunnen dienen voor het inrichten der stelling en het aanleggen van hindernissenvan welke laatste een ruim gebruik zal worden gemaakt. De versterkingen in de intervallen liggen natuurlijk zoo, dat de forten daarvóór flankeerend vuur kunnen brengen. Batterijen voor den geschutsstrijd. Deze schieten over het alge meen indirectdaar de doelendie de vijand aan deze batte rijen biedt, achter dekkingen zullen staan. Daar deze batterijen niet dienen om bewegende doelen te beschieten, is ook tegen de toepassing van de indirecte richting niet het minste be zwaar. Toch kunnen zij, zoo noodig, medewerken om een direc- ten aanval af te slaan door bepaalde terrein strooken onder vuur te houden. Op het oogenblik beschikt het N. I. Leger slechts over de 12 cM. A. Hw. en de 12 cM. A. Mr., om de batterijen voor den geschutsstrijd te bewapenenbeschikte men ook over lange ka nonnen, dan zouden deze kunnen dienen om de vijandelijke op- marschwegen en kantonnementen op verren afstand te beschie ten. Ook bij deze vuurmonden kan dan de indirecte richting- worden toegepast. Alle zware vuurmonden 1) kunnen dus gedekt worden op gesteld achter natuurlijke of kunstmatige maskes. Deze dek king zullen zij vinden in het terrein achter de fortenlinie, ach ter boomrijen, kampongs, maar vooral in terreinplooien. De mortierbatterijen zullen natuurlijk de beste dekking kunnen vinden en zelfs gedekt kunnen worden tegen gezicht uit lucht ballons. Met houwitserbatterijen zal dit in mindere mate het geval zijn, terwijl men eventueel voorkomende lange vuurmon- 1) Voor het gemak zal de naam zware vuurmonden hier telkens gebezigd worden yoor de vuurmonden voor den geschutsstrijd, ofschoon volgens. Europeesche begrippen onze 12 c M. houwitsers en mortieren hoogstens van middelbaar kaliber zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 249