237 Reserves en Depots. Achter ieder interval tusschen twee forten behoort een reserve gelegerd te zijn bij wijze van gros der voor posten grooter of kleiner naar gelang van het gevaar voor een aanval aan die zijde. Deze reserves kunnen op 13 K.M. achter de voorposten-detachementen worden ondergebracht. Liefst zal men ze legeren buiten de strook der zware batterijen, om niet genoodzaakt te zijn hen in scherfvrije schuilplaatsen onder te brengen. Is men genoodzaakt, dergelijke dekkingen aanteleg gen, dan zal men toch slechts schuilplaatsen voor zittende man schappen behoeven te maken, zooals aangegeven in fig. 10 pi. I, afl. 3 jaargang 1900, terwijl men daarnaast den troep zal legeren in huizen of barakken. Behalve deze reserves heeft men nog een algemeene reserve noodig, die nog meer naar achteren wordt gelegerdbij gordel vestingen in de stad zelve. Het aanwijzen van afzonderlijke reserves voor sectoren van twee of meer forten met tusschen en naast liggende intervallen, zal slechts noodig zijn bij een groot aantal forten. Die sectorreserves kunnen dan dicht bij de algemeene reserve worden gelegerd. Achter de meest bedreigde forten dienen nog de troepen gele gerd te zijn, die de bezetting bij een aanval op het fort moeten ondersteunen (zie Hoofdstuk II sub. Bezetting). De afstand van deze troepen tot het fort mag hoogstens 500 M. bedragen; ze zullen dus meestal in scherfvrije schuilplaatsen moeten worden ondergebracht (pi. IY fig. 3). In de belegerde plaats (c.q. achter de aangevallen stelling) dienen natuurlijk groote voorraden levensmiddelen, munitie, gereedschappen, enz., enz. aanwezig te zijn. De hoofdmagazijnen zullen zoover naar achteren liggen, dat ze niets van 's vijands vuur te lijden zullen hebben, daarom zijn hulpmagazijnen noodig, die dan ongeveer ter hoogte van de grossen der voorposten zul len liggen. Yan hieruit worden de forten en intervallen voor zien. Alleen munitie-hulpmagazijnen op zeer blootgestelde punten zullen soms moeten worden ingegraven om niet aan granaat- vuur bloot te staan. Dat overigens het logies der reserves en de hulpmagazijnen geheel aan 's vijands gezicht onttrokken moeten zijn, spreekt van zelf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 251