239
gevolgen hebben, daar deze afdeeling ongetwijfeld door grootere
zal worden gevolgd. Daarom is het een gebiedende eisch, dat
achter de eerste verdedigingsstelling een tweede linie ligt, om
de gevolgen van een verrassing te beperken, en den aanvaller
tegen te houden, totdat hij door oprukkende reserves kan wor
den verdreven. Bij gordelvestingen noemt men deze linie de
kernbevestiging.
Achter of binnen deze linie behooren, zooals hierboven reeds is
ontwikkeld, ook de batterijen voor den geschutsstrijd te liggen.
Deze omstandigheid bepaalt al eenigszins den afstand van deze
linie tot die der forten. Aan de andere zijde moet de kernbe
vestiging niet te dicht bij de voorste linie liggen, opdat de aan
valler beide niet in één aanloop kunne nemen en opdat de eigen
reserves niet te laat komen.
Oordeelkundig schijnt het daarom de tweede linie op 1000
M. achter de eerste te leggen, doch haar ter plaatse van de forten
zelfs tot op 300 M. achter deze vooruit te brengen. Op pl. IY
iig 3 is een schema gegeven van de onderlinge ligging der liniën
terwijl daar tevens schematisch de opstelling der troepen is voorge
steld, zooals zij zou kunnen zijn op een sterk bedreigd gedeelte
De zware batterijen kunnen achter de vooruitspringende
gedeelten der tweede linie optreden, zij zijn dan niet te
ver verwijderd van de vijandelijke batterijen, die de forten
beschieten.
Een aanvaller, die tusschen de forten doorbreekt, wordt van
uit de tweede linie omvattend bestookt, terwijl flankaanvallen
van de inmiddels opgerukte reserves worden vergemakkelijkt door
den vorm der tweede verdedigingslijn. De vooruitspringende
gedeelten dezer linie worden door de stormvrije forten tegen een
omvattenden aanval beveiligd.
Daar de kern bevestiging (tweede linie) niet aan een methodische
beschieting bloot staat, kan zij zijn samengesteld uit eenvoudige
borstweringen. Aangezien men, met het oog op de gedekte com
municatie, het terrein hier niet over groote uitgestrektheid mag
raseerën, zal het schootsveld van deze linie slechts gering zijn,
de strijd om haar bezit zal op de kleine afstanden worden gestre
den. Daarom is artillerievuur weinig te vreezen, terwij 1 tevens
slechts zeer weinig artillerie tegenover haar te verwachten is.