240
Daarom zullen voor deze tweede linie loopgraven van zwaar
profiel (bv. 1.70 M. hoog) met voorgracht wenschelijk zijn. De
borstweringdikte behoeft niet meer dan 1 M. te bedragen. Kan
men de loopgraven op steile heuvels aanleggen, dan is zoo'n
zwaar profiel niet noodig.
Een doorloopende borstwering is niet noodig, men kan vol
staan met het aanleggen van kleine werkjes op hoogstens 600
M. van elkaar, in de eerste plaats op de wegen en de dominee-
rende punten. De tusschenruimten moeten dan van uit die werk
jes worden geflankeerd.
Het aanbrengen van hindernissen in die tusschenruimten
schijnt mij afkeurenswaardig toe met het oog op den tegenaan
val der reserves.
De werkjes zullen bij voorkeur van achteren open zijn om
een gemakkelijke herovering mogelijk te maken. Zij kunnen
ook dwars op de wegen worden aangelegd, die dan 's nachts met
een barrière worden afgesloten.
Het zou natuurlijk wel wenschelijk zijn. deze werkjes met
een flinke artillerie te bewapenen, maar al is deze in voldoende
hoeveelheid aanwezig, dan mag men haar toch niet tot dat doel
aan de voorste linie onttrekken. Echter kunnen de werkjes
der tweede linie voorzien worden van voorlaadvuurmonden, daar
deze toch slechts voornamelijk gebruik behoeven te maken van
kartetsen, hoogstens van vooraf getempeerde G-.K. Alleen reeds
de stem van het kanon zal op een verrassend doorgedrongen
vijand indruk maken.
De infanteriebezetting kan klein zijn, bv. Va sectie, op belang
rijke wegen 1 sectie. Deze bezetting kan geleverd wordendoor
de grossen der voorposten, die dan echter evenveel sterker ge
maakt dienen te worden om niet in krachten te kort te schieten
voor hunne voornaamste taak, het ondersteunen der voorposten
detachementen.
Voor de bezetting dienen schuilplaatsen in het werkje aan
wezig te zijn.
Hoofdstuk IV.
Tijdelijke Sperforten. Sperforten dienen om den vijand het ge
bruik van communicatiewegen te beletten.