245 Dat op deze reizen, die naar Kaapstad minstens twee, naar Dur ban één en een half en naar Lourenco Marques één etmaal duur den, veel werd geleden door hitte, koude en regen, ja zelfs door honger en dorst, kan iemand, die het Afrikaansche klimaat kent, zich voorstellen. Dat op de lijnen der Z-A.S-M. daarbij geen ongelukken gebeur den, was een groot geluk en pleit zeer voor het gehalte van het personeel. Alvorens den loop der gebeurtenissen verder te volgen, is het noodig eenigszins nader in te gaan op de verhouding van de N.Z- A.S-M. tot het Gouvernement der Zuid-Afrikaansche Republiek in oorlogstijd. Art. 22 der concessie luidt als volgt: „Bij oorlogsgevaar, in oorlogstijd of ingeval van binnenlandsche „onlusten, kan de Regeering in het belang der verdediging of van „de openbare rust, over den spoorweg en al hetgeen tot gebruik „daarvan wordt vereischt beschikken en het gewone vervoer daar- „op geheel of gedeeltelijk doen staken en alle haar noodig voor- „komende maatregelen gebieden, behoudens schadeloosstelling „aan den concessionaris". Bij Uitvoerend Raadsbesluit art. 858 dd. 13 Sept. '99 werd van dit recht gebruik gemaakt. Daarbij werd de spoorweg onttrok ken aan de directie der Z-A.S-M. en door de Regeering ter harer beschikking genomen. Dit Uitvoerend Raadsbesluit zegt verder: „ten einde den spoorweg behoorlijk te kunnen gebruiken, wordt „het geheele personeel van meer genoemde maatschappij onder „art. 2 van wet N° 20 van 1896 gecommandeerd tot het doen „van diensten bij den spoorweg in de functiën, thans door hen „hekleed, en worden zij gesteld onder de bevelen van den com mandant-generaal en de door hem aan te wijzen krijgsofficieren, „of andere ambtenaren, met dien verstande, dat zij, die bij den „spoorweg gemist kunnen worden, altijd door den commandant- generaal gecommandeerd kunnen worden tot het doen van ge- „wone krijgsverrichtingen. Hieruit blijkt, dat de maatschappij, geheel binnen de termen harer concessie, verplicht was niet alleen de levende en doode strijdkrachten der Republiek te vervoeren, maar ook alle andere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 259