252 kwamen met een inval over Langsnek, langs de Z.-O. lijn, het grootste aantal strijdkrachten zou moeten worden vervoerd naar de Natalgrens. Het geval van een Engelschen inval, waarhij men zich vooral hang maakte voor de gepantserde treinen, die van Engelsche zijde zoo luidruchtig waren geadverteerd, werd alleen voorbereid door eenige kunstwerken op de Z. O. lijn gereed te maken, om op het eerste bevel te worden gesprongen of opgeblazen, zooals men hier zegt. Bij een totaal gebrek aan opgaven omtrent de stations, die ge schikt moesten zijn voor het laden en lossen van paarden en wa gens met hun ossen, bleef er dus weinig anders te doen dan te zorgen, dat ook op die stations, waar in 't geheel geen veela dingen bestonden, door tijdelijke inrichtingen en door laadbruggen de mogelijkheid om vee te laden, al is het ook gebrekkig, werd gegeven. Er werden 20 veelaadbruggen bijgemaakt en 20 tijde lijke vee- en kopladingen, terwijl in haast andere werden gewij zigd en uitgebreid. Verder werden nog bij verschillende stations hout en dwarslig gers gedeponeerd om er zoo noodig nog tijdelijke veeladingen van te kunnen maken. De algemeene gewilligheid en de gewoonte van alle Afrika ners en hun Kaffers om met paarden en ossen te werken, over kwam ook hier voor een groot deel de moeilijkheden ontstaan door onvolmaaktheid der inrichting en gebrekkige voorberei ding. Ossenwagens, kanonnen en ammunitiewagens werden bij voor keur geladen door een trein, bestaande uit het noodige aantal platte wagens, tegen een koplading te plaatsen, de opening tus- schen de koplading en den eersten wagen evenals de openingen tusschen de platformen der wagens te overbruggen met plank jes, aan de uiteinden afgeschuind voor het op- en afrijden, zoo dat elk kanon of ossenwagen met behulp van menschen over het geheele nog ledige deel van den trein werd gereden om op den voorsten ledigen wagen met klossen te worden vastgezet, waarna de wielen met de gebruikelijke ossenriemen werden vastgesjord. Door het reeds vermelde volkomen gebrek aan cijfers was het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 266