13 -
Bloemfontein en het convooi, terwijl een ander, onder Piet de
Wet en Cronjé, in Broadwood's rug had weten te komen en
hem met het geschutvuur had verrast.
De Boeren in de spruit hadden het convooi rustig over de
drift laten trekken en elk der wagens één voor één ingepikt
door eenvoudig de geleiders met den dood te bedreigen als zij
alarm mochten maken. Na de eerste dertig wagens volgde de
batterij, die al even gemakkelijk als de wagens in handen dei-
Boeren viel. De batterij commandant wist, toen hij zijn batterij
plotseling omsingeld zag, te ontsnappen. De Boeren, die begrepen,
dat de list niet langer kon wórden toegepast, openden onmid
dellijk een levendig geweervuur op de rest van het transport.
Het gevecht, dat nu volgde, kenmerkte zich door groote
verwarring. De bespanningen van de Q batterij, door het
plotselinge en hevige vuur als dol geworden, sloegen op hol
en redden doordat zij toevallig de de eenige nog vrije
richting insloegen, onbewust vijf van de twaalf vuurmonden.
Deze vijf stukken werden, nadat men de bespanningen tot
staan had weten tè brengen, tegenover de stelling der Boeren
in batterij gebracht. Lang kon de beschieting niet worden voort
gezet, want de Boeren bleven een zeer werkzaam geweervuur op
die batterij onderhouden en noopten haar, nadat de bediening tot
één officier en tien minderen geslonken was, het vuur te staken.
Broadwood, die met den last om op Bloemfontein terug te
trekken, ook de verzekering had ontvangen, dat den 31en 's mor
gens eene divisie uit die stad hem te gemoet zou trekken,
verzamelde de rest zijner macht bij een kopje en wachtte daal
de komst der versterking af.
De Boeren, verder bloedvergieten moede, maakten het Broad
wood niet lastig, stonden hem zelfs toe zijn dooden te begraven,
zijne gewonden te verzamelen. Omstreeks één uur in den mid
dag begonnen zij de buitgemaakte vuurmonden en wagens weg
te voeren en toen Colvile met de brigades Macdonald en Smith-
Dorrien op het tooneel van den strijd verscheen en na lang talmen
eindelijk over twee verschillende driften de Mieliesspruit gepasseerd
was, kon hij slechts met het gewapend oog eene talrijke Boeren-