271
doch kon ondanks herhaalde verwoede aanvallen dat belangrijke
punt niet veroveren en werd ten laatste zoo krachtig afgeslagen,
dat zij zich gedwongen zag meer dan 8 K.M. terug te trekken,
opgedreven door de federalen, die hier van kopje tot kopje ter
rein wisten te winnen.
Blijkbaar was de dag ten voordeele der Boeren beslist, toch
hielden zij geen stand, de overmacht was te groot dan dat een
hernieuwden aanval even gelukkig zou kunnen worden door
staan. 's Nachts verliet Botha zij ne positiewist door de En-
gelsche troepen, waarvan een deel zich in den avond had ver
plaatst om den volgenden dag ook in den rug der Boeren te
kunnen vallen, heen te glippen en trok verder naar het Oosten,
zoodat 's anderen daags de Britsche troepen voor een zelfde
taak stonden als op den llen.
Ook dit gevecht kenmerkte zich door groote krachtsinspan
ning van beide partijen. De details ervan ontbreken ons, slechts
kunnen we mededeelen, dat Botha's aftocht in den nacht van
den llen eerst in 't middaguur van den 12en aan Roberts be
kend scheen te zijn geworden, dat daarna tot in den avond ge
vochten werd en Botha alweder, om een lot als dat van Cronjé
te ontgaan, den aftocht blies.
Na deze oorlogshandeling, die den Engelschen zeker meer ge
kost zal hebben dan uit de steeds aangevulde en verbeterde
ver lieslij sten door Roberts overgeseind, zoude kunnen blijken
(dit zou dan 100 dooden en gewonden zijn), trad op dit ge
deelte van het oorlogsterrein eene periode van rust in, welke
Roberts in staat stelde zijne aandacht te wijden aan de gebeur
tenissen in den Oranje Vrijstaat, waar vooral de Wet groote
werkzaamheid ^aan den dag legde, welke ten doel had de com
municatie tusschen Bloemfontein en Pretoria te verbreken en
daardoor Roberts dermate verontrustte, dat hij zij n chef van den
staf, Kitchener, meende te moeten belasten met de leiding der
operatiën tegen den genoemden Boeren-generaal.
Ook in het Oosten van den Vrijstaat was het alles behalve
pays en vree en moest een belangrijk deel der Britsche macht
worden aangewend om de Boeren in toom te houden.
Omtrent de bewegingen in het Oosten van den Vrijstaat het
volgende. Rundie en Brabant, die zich in de tweede helft van