274
Reeds den 3en had de Wet, die toen circa 3000 man met 6
stukken onder zich had, een konvooi van 40 wagens met munitie
en vivres voor de Hooglanders in laatstgenoemde plaats, nabij
Vredefortweg overvallen en genomen en daarbij 180 Hooglanders
gevangen gemaakt. Deze afdeeling Hooglanders maakte deel uit
van de troepen, welke aan weerszijden van den spoorweg het
baanvak Kroonstad Vereeniging moesten beschermen. De troe
pen bovenbedoeld bestonden uit die van Methuen te Lindley, de
Derbyshiremilitie te Rhenoster en 1000 man, voor aanvulling
van de hoofdmacht bestemd, onder majoor Haig te Vredefortweg.
Kleinere afdeelingen waren bovendien over verschillende punten
in de onmiddellijke nabijheid van den spoorweg verdeeld.
Den 4en deed majoor Haig eene vergeefsche poging om het
konvooi te ontzetten. De Wet bracht zijn buit in veiligheid
en trok daarop naar Roodewal, dus Zuidwaarts en vernielde
er de spoorbrug. Den 6en rukte de Wet weder naar het Noorden
op, vernielde den spoorweg, bezette het station Vredefortweg
en dwong majoor Haig 10 K.M. meer Noordelijk te trekken.
Hier wist de majoor eene stelling' te bezetten en deze met suc
ces tegen de Wet's aanvallen te verdedigen. Terwijl de Wet
zelf bij Vredefortweg den Engelschen nog eenige verliezen toe
bracht en tevens wat gevangenen maakte, detacheerde hij een
deel zijner macht onder commandant Nel met opdracht de be
zetting van Rhenoster, het Derbyshirebataljon, gedurende den
nacht te overvallen. Nel volvoerde die lastgeving met zooveel
beleid, dat hij niet alleen ruim 150 dooden en gewonden maakte,
maar zelfs 't geheele bataljon gevangen nam en eenige zware
stukken veroverde. De spoorbrug werd evenals de baan ver
nield, de laatste van America-station tot Rhenoster, waarna de
Wet rustig afwachtte welke tegenmaatregelen Roberts zoude
nemen.
Roberts, die zich de ernst der gebeurtenissen ten Zuiden van
de Vaal geenszins ontveinsde en wel overtuigd was, dat de
geregelde aanvoer der legerbehoeften dreigde gesloten te wor
den, trof onverwijld schikkingen om de Wet eene voldoende
macht tegenover te stellen.
Methuen, op dat tijdstip te Kroonstad (de Wet had hem,
onder 't voorwendsel onderhandelingen tot onderwerping te wil-