14
macht nabij de heuvels ten Westen van Thabanchu waarnemen.
Het „incident" der colonne Broadwood overkomen, was, zoo
als uit al de desbetreffende verslagen duidelijk in 't oog springt,
hoofdzakelijk te wijten aan onvergevelijke zorgeloosheid. In
de eerste plaats toch schijnt Broadwood tijdens de rust bij
Sannah's post niets gedaan te hebben tot beveiliging van zijn
troep. Hoe zou 't anders den Boeren mogelijk zijn geweest
hem den strik zoo in zijn onmiddellijke nabijheid te spannen.
Immers, nog had 't convooi geen 300 M. afgelegd, of 't hoofd
der colonne daalde in de spruit af en stond toen binnen een
afstand van 50 M. van de Boeren. Het is echter denkbaar, dat
Broadwood met 't oog op den vermoeienden marsch van 's avonds
elf uur tot 's morgens vier, zich bepaald zal hebben tot een
nauwen kring van posten om zijne rustplaats, en in dat geval
zoude het aan een vijand als de Boeren wellicht niet moeilijk
gevallen zijn om ongemerkt tot op vrij korten afstand te nade
ren. Deze bedenking kan echter niet te berde worden gebracht
ter verschooning van het verzuimen van veiligheidsmaatregelen
tijdens den marsch. Toen het geschut der Boeren de rustende
troepenmacht had gealarmeerd en 't convooi zoo snel mogelijk
moest oprukken, bestond er geen enkel bezwaar tegen om een
deel der cavalerie als voorhoede vooruit te zenden. Dit verzuim
kostte, behalve het verlies van zeven vuurmonden en het convooi,
den Engelschen 389 gevangenen en meer dan 80 dooden en
gewonden. (Berichten van Boerenzijde spreken van ruim 500
dooden en gewonden).
Maar ook Roberts is van schuld niet vrij te pleiten. Hem
was gerapporteerd, dat Oostelijk van Thabanchu sterke afdeelin-
gen des vijands aanwezig waren, hij wist, dat Pilcher even
spoedig uit Ladybrand was geworpen als hij er gemakkelijk binnen
was getrokken. Hij kon begrijpen, dat als Broadwood hulp
noodig had, die hulp zeker dichter bij Thabanchu dan bij Bloem
fontein gewenscht zou zijn. Toch kreeg Broadwood last te
vertrekken op zoodanig tijdstip, dat eerst toen hij ongeveer de
helft van den weg had afgelegd, Colvile zijn marsch ter onder
steuning van Broadwood aanving. Toen Colvile zich in den