280
schrijven. Pretoria was gevallen en het bericht daarvan had
natuurlijk ook Christiaan Botha bereikt. Het kan niet anders
of dat bericht moet ontmoedigend hebben ingewerkt op het
moreel zijner onderhebbenden. Waarschijnlijk om de algemeens
zucht tot lijfsbehoud te bevredigen, zag de Boerengeneraal
zich gedwongen de meer vooruitgeschoven afdeelingen bij de
hoofdmacht op den Langsnek te doen aansluiten. Men wist nog
niet welke plannen Roberts voor de naaste toekomst had ont
worpen, maar het vermoeden lag voor de hand, dat hij door
de bezetting van den Langsnek, den sleutel tot de Transvaal,
in den rug te vallen aan Baller gelegenheid zoude willen geven
tot hem door te dringen. De macht der Boeren in het Noorden
van Natal was beperkt en tot 't uiterst standhouden zou slechts
dan gunstig resultaat kunnen opleveren als de aanwezige krach
ten waren geconcentreerd. In 't uiterste geval zou men in de
richting van Errnelo, waarheen de weg nog vrij was, kunnen
terugtrekken. In dit licht bezien, is de houding der Vrij staters
in den Botha's pas en te voren op den van Wij ksheuvel slechts
te beschouwen als eene, welke door de voorzichtigheid was ge
boden.
Door de retraite van de republikeinsche vooruitgeschoven de
tachementen, was Bulier in staat over het Drakensgebergte tot
aan den top van den weg door te dringen. Den 11™ sloeg hij
zijn kamp op aan de Gansvlei, een zijriviertje van de Klipri
vier, voor een wijle de Boeren in het onzekere latende of hij
door den Botha's pas in het Oosten van den Vrijstaat wilde
vallen, dan wel of hij zijn marsch langs de positie bij Langsnek
Noordwaarts dacht voort te zetten. Door het eerste zou hij de
commando's onder Steyn en de Wet tusschen twee vuren kun
nen brengen, maar tevens kans loopen zelf in zulk eene min
aangename positie te worden gebracht; door het laatste zoude
hij verplicht zijn de positie bij Langsnek te forceeren, waarbij
hij, ondanks de beweerde ontmoediging der federalen, zeer waar
schijnlijk zware verliezen zoude moeten lijden.
Doch Buller deed noch het een noch het ander. Hij was van
het doen van frontaanvallen genezen. Den 10:n verliet hij de
Gansvlei, rukte niet N. N. W. doch N. O. op en bereikte na
11 K.M. gemarcheerd te hebben den Almansnek, waarvan hij zich