292
Maai leeds thans zijn er sedert het begin van den oorlog feiten
aan te wijzen, die een ieders aandacht trekken en waaruit reeds
goede leeringen te trekken zijn.
De Boeren zijn, zooals bekend is, uitstekende schutters. Bui
tengewoon geoefend in het snel en op groote afstanden vuren,
bovendien het bergachtige terrein in het grootste deel van hun
land in hun voordeel gebruikende, hebben zij zich op het kunst
matig versterken van door de natuur reeds sterke stellingen
toegelegd en maken zij van geweervuur gebruik, niet reeds op
kleine en middelbare afstanden, doch ook op afstanden nabij de
grens van draagkracht van het tegenwoordige vuurwapen.
Door afgeven van vuur op groote afstanden, waarvan het suc
ces bekend is, hebben de Boeren de denkbeelden, die in de meeste
Europeesche legers thans gangbaar zijn, omvergeworpen 1).
Maar dit zoo logische gebruik en deze zoo buitengewone be
drevenheid in het bedienen van hun geweer op afstanden tot
2.000 M. waren niet alleen voldoende om hun het voordeel boven
de Engelsche troepen te verzekeren.
Genoodzaakt om op drie verschillende operatie-tooneelen aan
een veel talrijker vijand tegenstand te bieden, bovendien door
het aanvankelijk verspreid zijn van de vijandelijke troepen en
door de meerdere aangevallen punten, genoodzaakt hun grenzen
door een soort cordon te beveiligen, dat overal zwak en nergens
steik was, zouden de Boeren nooit aan de aanvallen van een
aanmerkelijk sterkere macht hebben weerstand kunnen bieden,
wanneer zij niet boven hun tegenstander uitblonken door eene
bewegelijkheid, die hen op het eerste bericht in staat stelde,
voldoende versterkingen naar het bedreigde punt te zenden.
Het is die merkwaardige bewegelijkheid, het is die gemakke
lijke en snelle wijze van frontveranderen, die maakten, dat het
vreeselijke vuur ter juister tijd en ter juister plaatse uitwerking
had, die meestentijds eiken flankaanval of omtrekking door den
tegenstander denkbeeldig maakten 2).
1) Is dit wel zoo? Hoevele malen werd juist niet gewag gemaakt van bet niet eerder
afgeven van vuur dan op kleinen afstand, wanneer de vijandelijke voorste linie reeds bin
nen de bestreken ruimte van hun geweer gekomen was. (W.)
2) Meer dan twaalf-voudige overmacht hief later het voordeel dier bewegelijkheid ten.
opzichte van „ontflanking" op (W.)