MAR AANLEIDING VAX DES 1IEEREN SPAT'S ANTWOORD OP MIJNE BEOORDEELING VAN ZIJNE MALEI SCHE SPRAAKKUNST. Hetgeen de heer Spat op mijne beoordeeling van zijn boek heeft meenen te moeten schrijven, heeft mij geenszins overtuigd, zoodat ik thans nog blijf bij hetgeen ik gezegd heb. Evenals zoovele schrijvers, die, wanneer anderen het met hen niet in alle opzichten eens zijn, dezen dadelijk het verwijt naar het hoofd slingeren, „dat zij (die anderen) niet goed gelezen hebben", bedient ook de heer Spat zich van dit m.i. zwakke middel, om aan zijn betoog meer kracht te geven. En toch ge loof ik, dat, wat dat „lezen" betreft, ik zulks nog beter gedaan heb, dan de heer Spat zelf. Met betrekking tot mijne opmer king omtrent de hamza schrijft hij o.a: „Zij levert een bijdrage voor zijn inzicht in phonetiek, en „voor de scherpte, waarmede hij klank en letter weet te on derscheiden." Ik moet erkennen, dat de heer Spat heel aardig met woor den weet te schermen, en hier vrij handig althans voor den oppervlakkigen lezergebruik heeft gemaakt van de woorden klank en letterdochhoe wordt de hamza in zijn boek genoemd? Zie o. a. 33 a en 5: Consonant, lezer! Leve het gebruik van vreemde woorden Mijne opmerking omtrent zijne bewering: „Hieruit volgt dan zie het slot van 8 dat die woorden „aanvangen en sluiten met denzelfden consonant" was dus zoo heel mis niet, daar zij zelfs den heer Spat ge diend heeft, omzij het ook onder een eigenaardigen vormin zijn antwoord de door hem-zelf begane fout te verbeterenl Zie o.a. bladz. 102, waar de heer Spat zegt, „dat woorden als 'ana', ■"beta* enz. allen sluiten met denzelfclen klank (ik cursiveer) niet letter waarmede zij beginnen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 318