311
Hoe dit ook zij, om de beoefenaars van dat recht, zooals het behoort,
naar eisch op de hoogte te houden van de verschillende, dikwijls zeer
uiteenloopende, wetenswaardige jongste beslissingen, is een tijdschrift als
dat van den Hr. Bergsma uitmuntend geschikt en als 't ware onmisbaar.
Naast de in de handleiding ontwikkelde en door den schrijver vooralsnog
voor juist gehouden beginselen, zal de militaire rechter in dat tijdschrift
de noodige stof aantreffen tot vergelijking en heoordeeling.
ad c. Volgens de mij ten dienste staande statistische gegevens, werden,
gedurende de jaren 1898 t/m 1900 dus na de bewerking van dezen
druk door den militairen rechter berecht
4 gevallen van meineed, 3 gevallen van het dragen van een niet toe
komende uniform, 1 geval van brandstichting.
Bedoelde misdrijven kunnen dus niet gezegd worden te ressorteeren
onder de meest voorkomende.
Het voornemen bestaat echter om, nu door verschillende besnoeiin
gen voldoende ruimte beschikbaar is gekomen om aan de behandeling der
gemeene misdrijven meer uitbreiding te geven zonder daardoor het werk
duurder te maken, bij eene volgende oplaag alle gemeene misdrijven^
welke door militairen kunnen worden gepleegd, in beschouwing te nemen.
Aan den uitgedrukten wensch zal alzoo ten volle worden voldaan.
De geachte beoordeelaar zij dan gerustgesteldschrijver dezes heeft niet
opgehouden zich op de hoogte te blijven stellen van de rechtsontwikkeling.
Iutusschen betuigt hij zijn dank voor de tot hem gerichte wenken en
raadgevingen, waarmede hij, bij eene eventueele nieuwe uitgave, voor
zooveel noodig zal weten rekening te houden.
Weltevreden, den 16en Maart 1901. A. Y. L. Barré.
Militaire Rechtspleging. Beknopte handlei
ding ten di ensto van officieren en aanstaande
officieren door P. P. C. Collette, kapitein der In
fanterie, en J. J. C. van Dijk, le luitenant
der Infanterie, leeraar in het Militair straf
recht aan de Kon. Mil. Academie. Zwolle. W.
E. J. Tjeenk Willink.
Den officieren en aanstaanden officieren wordt hiermede wederom eene
handleiding aangeboden voor do militaire strafrechtspleging.
De uitgever meent, dat aan zoodanig handboek inderdaad behoefte
bestaat: wij kunnen dit voor Nederland niet beoordeelen, maar gelooven,
dat hier in Indië wij allerminst daarom verlegen behoeven te zijn, waar-