314 Ik aarzel niet het boekske een ieder, die in het militair recht belang stelt, ter lezing warm aan te bevelen. Het is een goed gesteld pleidooi voor de herziening van het stiefkind van Vrouwe Justitiaen al moge nu ook de lezer in deze lectuur, geen of weinig nieuws vernemen het zal zijn hart goed doen iemand buiten de militaire rechtspraak staande, zóó te hooren spreken. Indien ik ter vergadering van S. N. S. S. tegenwoordig geweest ware, en debat ware toegestaan, dan had ik misschien wel met een enkel woord de afzonderlijke militaire rechtspraak tegenover den spreker verdedigd, en hem trachten aan te toonen, dat al moge theoretisch alles wat hij op pag. 52 en vlgg. zegt, waar zijn het in de practijk voor den een- voudigen soldaat steeds een groot verschil zal blijven, of hij officieren, dan wel burgers voor zich ziet, wanneer hij terecht staat. Hij, die dit niet voelt, geeft blijk het karakter der militaire maatschappij eenvoudig niet te kennen. Maar thans is debat uitgesloten, en daarom, toen ik het boek dicht sloeg, kon ik niet anders doen, dan luide applaudisseeren en „bravo! roepen. Mr. B. Christelijk militair blad. Orgaan van de Nationale Christen Officiers Vereeniging. No. 1. Ie. Jaargang. Hilversum, J. II. Witzel. Hen 4den. Juni 1900 had te Utrecht de eerste vergadering der bovenge noemde vereeniging plaats, welke zich blijkens het verslag dier verga dering ten doel stelt: le. Krachtig doch gepast werkzaam te zijn voor de verspreiding der Christelijke beginselen onder de minderen en de kameraden; 2e. Bij daartoe geschikte gelegenheden samen te komen tot het bespre ken van leger- en vloot-belangen, uit een Christelijk oogpunt; 3e. Zoo mogelijk, door het uitgeven van een tijdschrift, de belangstel lende Christenen in en buiten do krijgsmacht voor te lichten omtrent de verschillende militaire en maritieme aangelegenheden, in verband met het standpunt door de Vereeniging ingenomen, en tevens door dit tijdschrift aan de verspreiding der kennis van Gods Woord bevorderlijk te zijn. Zal het grootste deel onzer, die niet denken zooals zij, welke behoefte voelden om een dergelijke vereeniging op te richten en daarvan lid te worden, het nut dier vereeniging reeds thans hegrijpen Wij gelooven daarop met een beslist neen te moeten antwoorden. De vereeniging zal dus haar reden van bestaan moeten bewijzen en dat zal zij zeer zekei het best en het gemakkelijkst doen door op practische wijze uitvoering te geven aan het hierboven sub le. vooropgestelde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 328