YOOR DE PRACTIJK. Berekening der hospitaaltoelagen. Wanneer een kwartiermeester administrateur van een militair hospitaal wordt, is het voor hem moeilijk om de hospitaaltoelagen, die om de 3 dagen moeten worden uitbetaald, te berekenen, omdat hiervoor geen mo dellen of voorschriften bestaan. Toch wordt dit eenvoudig, wanneer het als bijlage 1) hier bijgevoegde morgenrapport wordt aangehouden. Dit rapport nu kan worden benut om de hospitaaltoelagen nauwkeurig te berekenen. Het hoofd: Blijven op heden onder behandeling" geeft de juiste dagelijksche sterkte aan. Op den morgen, dat de uitbetaling der toelagen moet plaats hebben, kan deze worden berekend, zooals aan den voet der laatste bladzijde op het rapport is aangegeven. Moest b.v. (gelijk hier is aangenomen) f 35.48 worden uitbetaald, dan kunnen zich drie gevallen voordoen en wel: le. Het bedrag van f 35.48 is juist voldoende geweest. 2«. Men kan geld overgehouden hebben. 3e. Men kan geld te kort gekomen zijn om alle rechthebbenden te betalen. In het eerste geval is alles in orde. In het 2e en 3e geval gaat men de sterkte van het rapport met den verpleegstaat vergelijken. In dit voorbeeld neemt men daarvoor de sterkte van het morgenrapport op 10 Februari; dit toch geeft onder het hoofd: Blijven op heden onder be handeling" de sterkte van den 9den Februari aan. Zijn morgenrapport en verpleegstaat conform, dan moet er een abuis bij de uitbetaling hebben plaats gehad. Wanneer men dan geld heeft over gehouden, is er te min uitbetaald en in den regel wordt hierover gerecla meerd bij den onderofficier van politie. Komt men echter geld te kort, dan is dit veelal daaraan te wijten, dat aan een of meer lijders, die slechts op 1 of 2 dagen toelage recht hadden, 3 dagen zijn uitbetaald. Adam. Art. 114 van het Reglement op den Inwendigen Dienst der Infanterie bepaalt, dat de korpscommandant het uur bepaalt waarop de soldij moet worden uitbetaald. Dit geschiedt echter overal door de compagniescom- 1) Zie pag. 318 en vlg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 330