330
Leger eischt daarbij, dat meer speciaal die opvoeding van den man
ter hand wordt genomen, die hem als militair geschikter en bruik
baarder maakt.
De opvoeding is toevallig en opzettelijk. De toevallige opvoe
ding hangt niet van onzen wil af, maar van de omstandigheden
waarin wij als bij toeval geplaatst zijn, en die zoowel op ons
lichaam als op onzen geest invloed ten goede of ten kwade uit
oefenen. De opvoeding van elk mensch is voor een groot deel
het product van een aantal toevallige omstandigheden. Zijn deze
gunstig, dan wordt zijne opvoeding er door bevorderdzijn ze
ongunstig dan wordt ze er door tegengewerkt.
De opzettelijke opvoeding nu bestaat voor ons officieren in de
ordelijke samenwerking van die maatregelen, waardoor de man
de meest geschikte gelegenheid verkrijgt om tot die mate van
ontwikkeling te komen, dat hij zijne plichten begrijpt, en deze
behartigt, omdat hij inziet, dat ze goed zijn, en tot het voorge
stelde doel leiden.
Wanneer wij bedenken, dat voor het meerendeel van onze fu
seliers de vroegere omstandigheden voor de opvoeding minder
gunstig waren, dan zal dit tot toegeeflijkheid moeten stemmen,
en ons doen aansporen hem aan opzettelijke opvoeding te ver
goeden, wat hem aan de toevallige ontbroken heeft. Echter, de
toevallige opvoeding bij onze fuseliers moge over 't geheel geno
men minder gunstig zijn geweest, het zou verkeerd zijn te mee-
nen, dat deze een zoodanig slecht fond veroorzaakt heeft, dat
alle toepassing van opzettelijke opvoeding te vergeefs zoude zijn.
Met voordacht zeiden we „minder gunstig", omdat de ondervin
ding ons leerde, dat in hoogst enkele gevallen die toevallige op
voeding bepaald slecht was. Maar ook dan nog kan de opzet
telijke opvoeding veel doen, alleen zij zal moeilijker worden. Goe
de resultaten zullen er steeds mede te verkrijgen zijn, reden,
om niemand, hoe onhandelbaar of zedelijk gezonken ook, van
deze opzettelijke opvoeding uit te sluiten.
Daar wij ons bij de verdere beschouwingen alleen met de op
zettelijke opvoeding hebben bezig te houdenwordt hieronder
met „opvoeding" zonder meer, steeds de opzettelijke bedoeld.
Aangezien de opvoeding in het algemeen de ontwikkeling van
den mensch beoogt, en deze bestaat uit lichaam en ziel, kunnen