332
gen eenige, die geen doel, ten minste geen voor den man zichtbaar
doel hebben. Deze oefeningen moeten daarom zoo min mogelijk
plaats vinden. Zij geven geen voedsel voor den geest, en wekken
daardoor verveling, die de gezondheid van de ziel en derhalve ook
die van het lichaam aantast en ondermijnt.
Voor de gezondheid van lichaam en ziel beide is het verder
van het grootste belang, dat overmaat van alles wat prikkelt ver
meden wordt. Het is niet doenlijk hier, in een paar regels, het
vraagstuk van het alcoholisme in ons Leger te behandelen. Wij
kunnen er alleen op wijzen, dat, willen we als troepenofficier
onze verplichtingen goed nakomen, onverschilligheid omtrent het
misbruik, ja zelfs omtrent het gebruik van sterken drank dooi
den man, ons niet past. Overprikkeling door geestrijk vocht heeft
vooral in tropische landen eene zoodanig noodlottige werking op
lichaam en ziel, dat de belangen van den man en het Leger ei-
schen, dat wij als troepenofficier met al de ons ten dienste staande
middelen dit euvel bestrijden.
Ook de prostitutie eischt in het belang van de gezondheid onze
aandacht. Welke maatregelen van hooger hand ook genomen wor
den, èn voor het drankmisbruik, èn voor de prostitutie, is het onze
medewerking, die in de eerste plaats noodig is. Wij als troepen
officier kunnen door 't uitstrooien van gosde zaden het onkruid
beletten op te schieten en dus positief werkende Regeering kan
deze kwalen slechts onderdrukken, en derhalve niet meer dan
negatief optreden.
Dat een van de beste middelen door ons aan te wenden is,
den man in zedelijken zin op te voeden, moge blijken uit hetgeen
hierna over de opvoeding van de ziel zal worden gezegd.
II. I)e opvoeding' van de ziel of de zedelijke opvoeding.
De uitingen van ons zieleleven zijn drieërlei, en wel die zich
openbaren in ons denken, ons voelen en ons begeeren of willen.
Door deze werkingen te noemen, mogen we niet veronderstellen,
dat zij zich gescheiden van elkaar voordoen. Bijna altijd gaan
ze samen en zij mogen daarom niet op zich zelf gedacht worden.
Willen we ons echter met de opvoeding der ziel bezighouden,
zoo dienen we eenige studie te maken van de wijze waarop zij