20 van het oprukken der Boeren van Thabanchu kennis had gekre gen, was met 1500 man en 3 batterijen de benarde compagnieën te hulp gesneld. Het maakt den indruk, dat de macht door hem naar Reddersburg gezonden, eerst langs de spoorlijn tot Edenburg is opgerukt en van daar den 4en naar het tooneel van den strijd marcheerde. Zij kwam daar echter te laat aan. De Wet was met zijn buit reeds in Oostelijke richting afge trokken. Noch Gatacre, noch de door Roberts uit Bloemfontein te hulp gezonden Camerun Hooglanders konden het gebeurde wreken. Het succes van de Wet in een week tijds behaald ten koste van nog geen dertig dooden en gewonden, had op de Engelschen zulk een indruk gemaakt, dat zij hem sedert een „veritable devil" noemden, een eerenaam, welke hij, tot groote ergernis van de Britten, in het verdere verloop van den oorlog zou blijven handhaven. 's Daags na de nederlaag der Engelschen bij Reddersburg, kreeg Roberts bericht, dat eene afdeeling federalen bij Jagersfontein, halverwege Springfontein en Edenburg, een trein met geschut beschoot. Jammer genoeg schijnt dit commando er niet in ge slaagd te zijn den spoorweg daar te vernielen. Waarschijnlijk zag het zich te veel bedreigd door Gatacre's troepen om lang ter plaatse te vertoeven. Denzelfden dag, dat 't gevecht bij Reddersburg plaats vond, was eene van geschut voorziene afdeeling Boeren onder generaal Banks uit het Noorden naar Wepener, 95 K.M. Z.O. van Bloemfontein opgerukt en had het Britsche garnizoen, 500 man onder kolonel Dalgety, aangemaand zich over te geven. Dal- goty deed den geblinddoekten boodschappers weten, dat hij himnen aanvoerder niets wenschte te antwoorden. Zoo was dan het gedeelte van den Oranje-Vrijstaat, dat ten Oosten van den spoorlijn Springfontein-Bloemfontein ligt, door de Boeren bezet. Binnen drie weken hadden de, bij voor baat gedemoraliseerd geheeten, bondgenooten Robert's Oostelijke flank omvat en waren zij zoo bedenkelijk dicht tot zijn opera- tielijn genaderd, dat deze al zijne aandacht moest wijden niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 34