334 dit opnemen of verwerken van toestand verandert. Deze eigen schap van de ziel, dus om van toestand te veranderen, wordt het gevoelvermogen genoemd, en het bewustzijn van die ver andering zelf, het gevoel. Al naarmate de zielebeelden ons aan genaam of onaangenaam aandoen, ontstaat behagen of mishagen. De mate en de aard hiervan kan zeer verschillend zijn, van daar ook verschillende graden, zooals blijmoedig, vroolijk, uitgelaten gedrukt, somber, wanhopig, enz. Daar de toestand telkens ver andert, niet alleen bij elk nieuw beeld, dat in de ziel wordt op genomen, maar ook bij het verwerken daarvan, bij het zich bezig houden daarmede, en dit verwerken en zich bezighouden, tenzij men slaapt, onafgebroken doorgaat, zoo zal zich in onze ziel een meer doorgaande verandering voordoen, hetzij van behagen of mishagen, al naar gelang deze doorgaande verandering in onze ziel teweeg gebracht wordt door aangename of onaangename beel den m. a. w. de doorgaande verandering van toestand zal in onze ziel een meer overheerschend gevoel teweeg brengen, en dit wel van behagen of mishagen, al naar gelang de beelden, waarmede onze ziel zich bezighoudt, ons aangenaam of onaangenaam stem men. Dit overheerschende gevoel noemt men het gemoeden den toestand zelf den gemoedstoestand. Het gemoed wordt reeds als kind gevormd, wat evenwel niet wil zeggen, dat op den leeftijd van het gros onzer fuseliers geen vervorming daarvan kan plaats hebben. Door 's mans ziel gelegenheid te geven zich met aange name beelden bezig te houden, kan neerslachtigheid veranderen in opgewektheid, en geschiedt dit bezighouden bij voortduring, dan zal een droefgeestig gemoed kunnen veranderen in een blijmoe dig, opgewekt, opgeruimd gemoed. Behalve die voortdurende verandering van toestand, ondergaat de ziel ook oogenblikkelijke veranderingen, die, omdat zij meer zelden en onverwachter komen, voor het oogenblik een dieperen indruk te weeg brengen. Honderde gevallen zou men kunnen noemen, waaruit zou blijken, dat de toestand der ziel bij het opnemen of bewustworden van beelden meer of minder snel ver andert. Verwachting, ongeduld, hoop, verrassing, schrik, enz., het zijn alle veranderingen van toestand, meer of minder snel in onze ziel tot uiting gebracht, en die hun oorzaak, hun ontstaan te danken hebben aan de beelden, die zich onze ziel bewust wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 350