337 ren, wanneer bij voortduring andere beelden het vorige verdringen. Wanneer neigingen zóó krachtig zijn, dat het denkvermogen daarop geen invloed meer kan uitoefenen, dan ontstaan hartstoch ten. Dikwijls beschouwt men hartstocht als een hevige begeerte naar het zinnelijke, het stoffelijke, en stelt daartegenover de geest drift, die de hevige begeerte naar het goede, het verhevene is. De sterkte van heb begeeren hangt af van de oorzaken dus van de motieven die men weggenomen of verwezenlijkt wil zien. Yan de twee soorten van motieven, die wij boven leerden kennen, zijn die van zinnelijken aard het sterkst. Verder zal het begeeren sterker worden door veelvuldige herhaling, en het gevoel is zeer onaangenaam, wanneer na vele herhaling de ver vulling onverwachts achterwege blijft. Geene begeerte mag daar om gewoonte worden, wanneer het te voorzien is, dat de vervul ling daarvan in het vervolg achterwege moet blijven. Daar het zinnelijk begeeren het sterkst is, en het juist hiervan te voor zien is, dat de vervulling vroeg of laat achterwege moet blijven, doen wij goed bij dit begeeren in de eerste plaats er op te letten, dat het geene gewoonte wordt. Zelfkennis. Is het voor de zedelijke opvoeding van belang, dat men eenig begrip heeft van de wijze waarop zich het zieleleven openbaart, van nog meer gewicht is het, dat de opvoeder er in slaagt een helder oordeel over zijn eigen zieleleven te vormen. Door dit te onderwerpen aan eene nauwgezette en onpartijdige beschou wing, zal men vertrouwd raken met de voorwaarden en eischen, waaraan voldaan moet worden, om dat leven bij anderen gele genheid te geven tot ontluiken, ontwikkelen en volmaken. Zelf kennis is de bron van alle wijsheid. Zonder behoorlijke kennis van zichzelf heeft het oordeel over anderen geene waardewaar men blind is voor eigen gebreken, dwalingen, en vooral, voor eigen vooroordeelen, daar heeft men niet het zedelijk recht om de tekort komingen van anderen te veroordeelen, en kan noch mag men zich opwerpen als opvoeder of leider van een ander. Zelfkennis is echter niet gemakkelijk. De velerlei en onafgebroken wisse lende verschijnselen, de opvolgende en ongelijksoortige aandoe ningen als gevolg van de ontvangen indrukken, doen in onze

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 353