340 deze niet bepaald wordt door bestaande gewoonten, zeden of vor men. Hij kan ons dus dienen niet zoo zeer bij de beoordeeling van menschelijke handelingen, maar wel bij de beoordeeling van een gedragslijn, die we tegenover die handelingen te volgen heb ben. Tact is b.v. noodig om straf te voorkomenmenschenken- nis is noodig om te kunnen straffen. Het laatste is moeielijker dan het eerste. De kunst om snel en juist de beweegreden van iemands han deling te kunnen opsporen is voor ons officieren van het groot ste gewicht, wij zouden willen zeggen, een vereischte. Geen zuivere appreciatie van de onder onze bevelen staande manschap pen is mogelijk zonder deze eigenschap. Daarom moeten we zor gen zoo spoedig mogelijk hun vertrouwde te worden; wel te verstaan een vertrouwde, die als beschermer optreedt. Alleen ondervinding toch kan ons menschenkennis leeren. Niet uit boe ken, maar in het menschenieven, het practische soldatenleven, in de kazerne, bij de theorie, bij den velddienst, gelegenheden te over om ze op te doen. De zaak is zóó belangrijk, dat wij er bij een troepenofficier niet genoeg op kunnen aandringen, zich menschenkennis eigen te maken. Alvorens thans over te gaan tot de opvoeding der drie genoem de vermogens betreffende het denken, voelen en willen, nog eerst een paar algemeene beschouwingen. Willen we ons naar eisch van onze taak als opvoeder kwij ten, dan dienen we te weten wat die taak is. Wij moeten ons helder voor oogen stellen, wat we met onze opvoeding te beoo gen hebben. Was dit, zooals we gezien hebben, voor de alge meene opvoeding het meerder worden van den mensch, thans moeten we dit doel voor ons als militair opvoeder nader om schrijven, en daartoe overgaande zouden we willen zeggenmet deze opvoedkunde beoogen we het meerder worden van den soldaat. Onze taak is dus den soldaat verstandelijk en zedelijk te ont wikkelen, zoo, dat hij voor het Leger, waarin hij dient, bruik baarder, „meerder" wordt. Yeel van wat de algemeene opvoed kunde ons leert, zal ons bij de volbrenging dier taak te pas komen. Immers het materiaal is hetzelfdeook wij hebben met menschen te doen. Maar gemakkelijker dan de gewone opvoeder krijgen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 356