21 alleen aan de beveiliging daarvan maar ook vap 't hoofdkwar tier zelf. Clements moest daartoe naar de hoofdstad oprukken, ma. w. het Zuid-westen van den Vrijstaat, dat aan de Zuid en aan de Westzijde door de in opstand gekomen districten der Kaapkolonie omsloten was, van troepen ontblooten. Hij marcheerde daartoe over Fauresmith, Koffiefontein en Petrus- berg en vereenigde zich den 7en April met de hoofdmacht. Hij ondervond op zijn tocht geen tegenstand, verspreidde daarbij Robert's proclamatie en nam hier en daar geweren in ontvangst. Zoo rustte dan op Gatacre alleen de taak om de spoorlijn tus- schen de Oranjerivier en Bloemfontein, een afstand van onge veer 180 K.M., te beveiligen. Op Brabant viel hierbij niet te rekenen, want diens macht ageerde, of juister, werd door de Boeren in actie gehouden in de omstreken van Rouxville, dus meer dan 100 K.M. van Gatacre's invloedssfeer. Gatacre zou evenwel niet lang meer onder den Afrikaanschen hemel die nen. Het praedicaat „Lord" missende, was hij volmaakt onge schikt geacht om in zijne functie gehandhaafd te blijven. Hoe wel hij zeker niet meer zonden op zijn kerfstok had dan zijn collega Methuen, werd hem het bevel over de 3e divisie ontno men en daarin vervangen door generaal Chermside (10 April). Hij kon naar Engeland terugkeeren. Met 't oog op 't ernstige van den toestand had Roberts de uit Natal ontboden 8e divisie, generaal Rundie, waarvan de bestemming aanvankelijk was geweest het tooneel van den opstand in 't Noord Westen der Kaapkolonie, naar Springfontein doen oprukken, waren veldwerken om Bloemfontein opgeworpen en had hij het daar beschikbare marinegeschut en de meege voerde belegeringsbatterijen in batterij doen brengen. Van de troepen werden ter beveiliging van de spoorlijn naar het Zuiden, waarvan 't ongestoord gebruik eene levensquaestie voor het in en nabij Bloemfontein geconcentreerde, ruim 40.000 man sterke, leger mocht heeten, zware patrouillediensten ge- ëischt. Dagelijks brachten de treinen behalve legerbenoodigd- qeden, tal van paarden aan. We wezen er herhaaldelijk op, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 35