345 anders kan, leeren we hem niet, enz. Juist het „waarom", „waar door", „waartoe", enz. duidelijk te maken bij het onderwijs, dat is het verstand ontwikkelen. Laten wij niet meenen daardoor schade te zullen doen aan prestige of gezag. Integendeel. Elke order van een meerdere, 't zij deze voortvloeit uit reglement of voor schrift, 't zij deze te beschouwen is als persoonlijke uiting van in het belang van den dienst overlegde gedachten, zal slechts te beter worden opgevolgd, naarmate beter begrepen wordt, dat de onmiddellijke opvolging noodzakelijk is. Men versta ons niet verkeerd. Geen redeneeren of uitleggen vóór elke te geven order, om daarna het al gedeeltelijk of niet opvolgen afhankelijk te stellen van het begrip, dat men zich van het nut aan 't opvol gen verbonden, heeft gevormdMen bedenke dat wij hier over het onderwijs spreken. Noch dat redeneeren, noch dat uitleggen zal behoeven te geschieden, wanneer de werkelijkheid het onmid dellijk opvolgen zonder meer gebiedt. Wij zeiden, dat de denk kracht van onze fuseliers niet groot is, doch men bedenke, dat deze toch in elk geval groot genoeg is, om de zucht tot weten aan te wakkeren, wanneer daar het eigenbelang mede gemoeid is. Bovendien vinden we in de chambrée genoeg lieden, die met ware of vermeende knapheid zich als uitleggers voor anderen opwer pen. En die lieden (niet de besten!) stichten te meer kwaad, wanneer wij bij ons onderwijs niet hebben gezorgd voor het bij brengen van zuivere begrippen omtrent het „waarom" van onze voorschriften en daaruit voortvloeiende handelingen. En evenzoo zouden wij, willen we de leerstof formeel noemen, er ons op moeten toeleggen om deze dienstbaar te maken aan 's mans zedelijke vorming. Ook hier weer een enkel voorbeeld ter verduidelijking. Bij welke compagnie wordt een oefening in het aanvallend gevecht gehouden, waarbij de positie van elk man in dien zin wordt nagegaan, dat hem daarbij gewezen wordt op het meerdere of mindere gevaar van die positie, om hieraan als dan vast te knoopen een overzicht van de moreele eischen, waar aan hij zal hebben te voldoen, indien de oefening eens werke lijkheid ware? Wij hopen hier weer duidelijk genoeg te zijn. Geen bangmakerij voor dat gevaar, maar helder het beeld van dat gevaar in 'smans ziel prentendaarna bij hem het besef van plicht en flinkheid ontwikkelen, door hem op te wekken in dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 361