346 gevaarlijke moment zijn zedelijke eigenschappen en krachten niet ongebruikt te laten, opdat men hem zal aanzien voor een flink, moedig, kranig soldaat. Op die wijze zou onze leerstof formeel worden. Verder kan er o.i. nog wel wat van de elementaire kennis bij den soldaat af. Moesten wij in één woord te kennen geven, wat ons toe schijnt, dat aan leerstof te veel gegeven wordt, we zouden zeg gen schrap alle geheugenwerk. Vooral voor hen, die niet gewoon zijn aan inspanning hunner verstandelijke vermogens, is geheu genwerk, monnikenwerk. „Zóó gewonnen, zóó geronnen" is even zoo hierop van toepassing als op het te gemakkelijk verwerven van rijkdom, en, waar we eigenlijk op neêr willen komen: het is toaardeloos voor de vorming van 's mans denkvermogen. 2e. De Methode. Meer nog dan de leerstof is de methode bij het formeel onder wijs van invloed. De letterlijke beteekenis hiervan is „een weg volgen". Hier dus meer speciaal een weg volgen, die er toe leidt om de leerstof het best den soldaat te doen eigen maken. Niet alleen dat het onderwijs eene methode vordert, maar elk werk in de maatschappij eischt dit evenzeer. Een timmerman, een koopman, een geleerde, een huismoeder, enz., bij hen allen moet een methode in hun werk aanwezig zijn, d. i. een weg, die men bij het afwerken van de voorgestelde taak volgt. In het dage- lijksch -leven verstaat men dan ook in 't algemeen onder methode een zekere met overleg gekozen manier van doen, waardoor men een voorgesteld doel tracht te bereiken, 't Spreekt wel van zelf, dat ook bij het onderricht aan onze soldaten te geven eene me thode aanwezig moet zijn. Of deze, en zoo ja, in hoeverre deze aanwezig is, zal moeten blijken, wanneer wij de voornaamste be ginselen nagaan waarop de methode moet steunen, en er ons reken schap van geven, wat zij nog verder omvatten moet. De beginselen zijn: a. Alle onderricht moet juist afgemeten zijn naar het bevat tingsvermogen en de denkkracht der manschappen, en mag dus niet spoediger voorwaarts gaan, dan de krachten der manschap pen toelaten. b. Alle onderricht aan de manschappen moet aanschouwing tot grondslag hebbenhet woord komt eerst in de tweede plaats.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 362