360 kingen zijn, die men niet heeft opgemerkt; anderen schrijven het toe aan het broeien onder de deken. Naar het mij voorkomt, hebben beiden tot zekere hoogte gelijk, namelijk, dat bij enkele gevallen het bovenstaande de reden is tot wat wij onder huidversterf verstaan. Er zijn dieren met gevoelige huid, welke ontstoken raakt door het broeien van de deken en zeker zal elke oplooping, die na eenige uren weer verdwijnt en daarom niet gemeld wordt, na eenige dagen op die plaats het zoogenaamde huidversterf veroorzakendoch verreweg de grootste oorzaak er van ligt mijns inziens in het te kort scheren van de ruggen der muildieren. Men ziet bij een pas geschoren dier de haren niet meer neerleggen, doch recht overeind staan. De druk nu van den last komt in de richting van de haren van de draagvlakte van den rug te werken en perst deze met kracht in de huid, waardoor de haarwortels worden geirriteerd. Bij voortdurend gebruik van het dier zal dat begrijpelijkerwijze aanleiding geven tot ontsteking en huidversterf doen ontstaan. Yele van de kleinere oploopingen moeten hieraan zelfs worden toegeschreven. Het geheel en al niet scheren van de muildieren zou evenwel bij langharige dieren aanleiding kunnen zijn, dat zelfs ernstige drukkingen niet worden opgemerkt. Daarom verdient het aan beveling, om dezen wel te scheren, doch dit behoeft niet zoo kort te geschieden als nu gebeurt. De kortharige muildieren moes ten evenwel niet worden geschoren; bij paarden gebeurt dat ook niet en komt daar huidversterf ook veel minder voor. ad. II Paarden. 1'. Rijpaarden. a. Zadeldrukkingen. Hierover kunnen wij kort zijn, daar van het bovenstaande ook veel van toepassing is op bokzadels. Ook hierbij is het van het grootste belang, dat de deken goed in de rugvrijheid van het zadel wordt gedrukt, waarbij men op dezelfde wijze moet te werk gaan als bij het draagtrektuig is aangegeven. Yooral lette men bij inlanders erop, dat zij niet te veel naar voren zadelen, daar dit een hebbelijkheid is, hun eigen. b. Singeldrukkingen. Ook hiervoor geldt hetgeen bij het draagtrektuig is opgemerkt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 376