368 ringsdienst) wel zooveel mogelijk, doch niet volkomen naar belmo ren kunnen vervullen. Moet de taak van de met den veiligheidsdienst belaste cava lerie worden omschreven, dan moet dit als volgt geschieden de zelfstandige cavalerie beveiligt indirect (heldert op) en zal daarbij zooveel mogelijk direct beveiligen (omsluieren); de voorhoede-cavalerie beveiligt direct (omsluiert) en zal daar bij zooveel mogelijk indirect beveiligen (ophelderen). Het behoeft hier zeker geen nader betoog, dat, waar de cava lerie met de indirecte beveiliging tot hoofdtaak, zelfstandige ca valerie wordt genoemd en de andere wapens, daaraan tot steun toegevoegd, zich naar haar, het ophelderingswapen bij uitnemend heid, hebben te regelen, de cavalerie met de directe beveiliging tot hoofdtaak niet tot de zelfstandige mag worden gerekend, zij toch heeft zich te voegen naar de infanterie der voorhoede, d.i. het beveiligingswapen bij uitnemendheid. Deze cavalerie noemt men dan ook, en terecht, voorhoede-cavalerie. Vermits nu een goede bevelvoering eischt uit elk wapen zoo veel mogelijk te halen, wat er in zit, zal, zonder te kort te doen aan hetgeen noodig is voor de richtige vervulling der aan elk der beide soorten cavalerie op te dragen taak, de zelfstandige ca valerie zoo sterk mogelijk, de voorhoede-cavalerie zoo zwak mo gelijk moeten worden gemaakt, ja zouden wij met eenige overdrij ving deze laatste uit een cavaleristisch oogpunt een noodzakelijk kwaad kunnen noemen. In nauw verband met haar taak zal de zelfstandige cavalerie hare bevelen te allen tijde rechtstreeks van den commandant van het geheel ontvangen, terwijl de voorhoede-cavalerie onder het rechtstreeksch bevel van den commandant der voorhoede zal komen. Die indeeling is zoozeer als logisch gevolg van de door die beide soorten van cavalerie te volvoeren taak te beschouwen, dat na het voorafgaande nadere toelichting daaromtrent over bodig mag worden geacht. Resumeerende kan dus als vaststaand, als geldend in eiken strijd, overal ter wereld en tusschen alle soorten van vijanden, worden aangenomen, als grondslag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 384