- 390 heel andere plaats in het leger zal innemen, dan thans het, in den regel zeer achterlijke, inlandsche kader doet. Elk bataljon krijge eene geheel-inlandsche compagnie. De artille rie kan evenzoo 2 compagnieën vesting-artillerie, de cavalerie (als zij niet uitgebreid wordt) 1 eskadron, de genie 1 compagnie krijgen. Voor de opleiding der a. s. Inlandsche officieren stelt voor „Te Batavia zou een Koninklijke Militaire Academie zijn op te richtende studie zou u-aarschijnlijk een 4 tal jaren moeten duren, „met tusschentijdsche detacheering bij cle troepenen de toelating om streeks den 16 jarigen leeftijd gesteld moeten worden". Over bijzonderheden behoeft voorloopig niet geredetwist te wor den, in het algemeen stem ik daarom in met dit gedeelte en het geen schrijver daarover nader uitgewerkt heeft, al meen ik dat daarnaast overweging verdient: den studietijd evenals in Ne derland op 5 jaren te stellen voor hen wier ontwikkeling gelijk staat met die van een leerling, die het 3de studiejaar van de H. B. S. doorloopen heeft, en op 3 jaren voor hem die het eindexa men gedaan heeft, of een gelijkwaardig toelatingsexamen aflegt. Lager mogen m. i. de eischen niet gesteld worden (1). Komen de aspiranten daardoor aanvankelijk langzaam, daardoor behoeft men zich niet te laten afschrikken. Met het aantal liefhebbers voor de krijgsschool wilde het eerst ook niet vlotten en nu loopt het storm. Met de meisjes-leerlingen aan de H. B. Sn. was het succes eerst ook niet groot en nu is reeds geruimen tijd eene aparte H. B. S. met 3 jarigen cursus voor haar noodig gebleken. In den eersten tijd zijn inderdaad maar zeer weinig leerlingen aan de K. M. A. voor inlanders te verwachten, want luttel is het aantal inlanders dat de lessen eener H. B. S. volgt, of dat voldoende onderwijs geniet om den hier aangegeven graad van ontwikkeling te verkrijgen. Volgens het laatste ter mijner beschikking staande Algemeene verslag van het middelbaar- en lager onderwijs voor Europeanen in N. I." bevonden zich gedurende het schooljaar 18991900 de volgende inlanders op de H. B. S. te Batavia in het le studiejaar 3 Semarang. j Soerabaija. (1) stelt zich met minder tevreden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 406