391
op cle H. B. S. te
in het 2de studiejaar
in het 3',e studiejaar
in het 4de studiejaar
in het- 5de studiejaar
Met eenige speling, geven deze cijfers ook de deelname van in
landers aan het middelbaar-onderwijs in Indië aan in voorgaande
jaren. Zij spreken niet aanmoedigend. Men moet echter in aan
merking nemen, dat het bezoeken van de H. B. S. den inlandschen
leerling weinig voordeel voor de toekomst belooft, ja, dat verstan
dige ouders er zelfs niet licht toe zullen besluiten den lust tot
het bezoeken van de H. B. S. bij hunne zoons aan te moedigen.
Een jongeling van goeden huize, die de H. B. S. doorloopen heeft,
komt als een geleerde in de Javaansche maatschappij terug en
voelt zich daarin misplaatst, terwijl slechts bij uitzondering spoe
dig een voor hem passende werkkring te vinden zal zijn.
De inlandsche knaap, die studielust toont, zal thans veeleer,
en te recht, den weg volgen, die leidt door de vier „scholen
„voor zonen van inlandsche hoofden en van andere aanzienlijke
"inlanders", of door de „school tot opleiding van inlandsche ge
neeskundigen (dokters-djawa)," aan welke scholen alle het Ne-
derlandsch als onderwijstaal geldt.
De formatiecijfers dier scholen, naar de ondervinding gewijzigd
en vastgesteld, zijn de volgende:
drie hoofdenscholen samen 160 leerlingen (4 studiejaren), ge
middeld 40 leerlingen per jaar;
een hoofdenschool 60 leerlingen (5 studiejaren), gemiddeld 12
leerlingen per jaar;
de dokters-djawaschool 100 leerlingen (7 a 8 studiejaren), gemid
deld 13 a 14 leerlingen per jaar;
totaal 65 a 66 per jaar.
Daarbij verdienen nog vermelding de vijf „kweekscholen voor
inlandsche onderwijzers", onder wier leerlingen van goeden huize
er ook enkelen voorkomen, die in de termen konden vallen om
zich voor de officiersstudie te bekwamen, en anderen, die de onder
officiersloopbaan zouden hebben kunnen kiezen.
Yan de 5 kweekscholen voor onderwijzers hebben:
Batavia.
2
1
1
Semarang.
1
3
1
ISoerabaija.
1
Dl. I 1901. 27