26 verlegen was, dit bleek reeds uit de belangstelling door hem in die streek betoond, toen meerdere colonnes waren uitgezon den om daar proclamaties te verspreiden. Zoo was dan een commando geplaatst in de Beyersbergen ten Zuidwesten van de Wetsdorp, een tusschen Wepener en Smithfield, terwijl het commando, dat eenige dagen te voren Brabant uit Rouxville had verdreven, weder uit dit plaatsje was teruggetrokken in de richting van Wepener. De krijgsmacht der Boeren om Wepener was inmiddels aanzienlijk versterkt en zou volgens Engelsche opgave omstreeks medio April 8000 man met 15 vuurmonden bedragen hebben. Vooral het aantal kanonnen komt ons zeer overdreven voor; hoogstwaarschijn lijk kan dit tot een vijftal worden teruggebracht. Dat de actie der Boeren zich op dit tijdstip niet alleen tot Wepe ner en omgeving bepaalde, blijkt wel daaruit, dat langs den spoorweg, tuschen de Kafferrivier, 20 K.M. ten Zuiden van Bloem fontein, en Bethulië geleidelijk een aanzienlijk aantal Boeren hadden post gevat op vijf verschillende punten, terwijl bij Aliwal den 16en een 400 man sterke Britsche afdeeling over de rivier was gejaagd en op denzelfden dag de brug bij Bethulië door de Boeren vernield was. We brengen hier in herin nering, dat de Spanbrug bij Bethulië vroeger reeds was „opge blazen" en dat de z. g. wagenbrug tijdelijk voor den treinen loop was geschikt gemaakt. De op den 16e" vernielde brug kon, in aanmerking genomen dat de eigenlijke spoorbrug nog niet hersteld kon zijn, geen andere geweest zijn dan de wagenbrug. De schade aan die brug te weeg gebracht scheen evenwel niet van ernstigen aard te zijn geweest, althans weinige dagen latei- heette -zij voldoende hersteld. Den 17en rukten de Britsche troepen uit twee richtingen, via Reddersburg en via Rouxville tot ontzet van Wepener op; aan houdende regens hadden hunnen opmarsch vertraagd. Den 18en stond de 8e divisie 13 K.M. Oostelijk van Reddersburg, terwijl de 3e dien dag genoemde plaats verliet. Brabant en Fitzroy Hart marcheerden van Rouxville op. De totale macht der hier ageerende colonnes beliep 20000 man.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 40