405 Door een paar circulaires gaf het Legerbestuur te kennen, dat 200 mogelijk bij elke gevechtsoefening een tegenpartij moet ge formeerd worden. Dit is geheel in den geest onzer bedoeling. Als men weet een vijand tegenover zich te hebben, zal ieder reeds daarom de oefening „interessanter" vinden. Bovendien dwingt dit tot opletten. Behalve het essentiëele nut waarnaar gestreefd wordt, verbant men de verveling er mede. Daarom is het noodig, dat niet alleen bij gevechtsoefeningen, maar zooveel mogelijk bij alle oefeningen, zelfs eene oefening in de gesloten •compagniesschool niet uitgezonderd, een troep als vijand wordt afgezonderd. Alsdan verkrijgt de oefening een doel. Juist om dat de gymnastiek, anders zoo'n probaat middel voor de licha melijke gezondheid, geen direct tastbaar doel heeft, is zij van ■weinig opvoedkundige waarde. Nogmaals moet het hier gezegd worden, de man is geen machine, maar voor wat zijne ziel be treft een zóó fijn bewerktuigd wezen, dat één indruk voldoende is om deugd of ondeugd, plichtsbesef of nalatigheid, meegaand heid of verzet, moed of vrees, te voorschijn te roepen of te laten verdwijnen. Daarom is het niet voldoende hem lichame lijk iets te laten verrichten, maar ook zijn geest moet daarbij -eenige bezigheid hebben. Men vergelijke hern niet met zijn standgenoot, den werkman, die toch ook dikwijls arbeid verricht waaraan geestelijke werkzaamheid geheel vreemd is (opperlieden, sjouwers, enz). Hoewel het de vraag nog zal zijn of het geest- doodende werk van deze lieden geen nadeelige gevolgen zal vin- Men in uitspattingen of onmatigheid na het werk, worden zij in elk geval gestimuleerd door de gedachte aan hun dagelijksch brood, dat verdiend moet worden. Maar bij den soldaat bestaat <die laatste zorg niet, en daarom kan men er van verzekerd zijn, <dat elk uur in verveling doorgebracht, bij hem zijn noodlottig gevolg in verkeerde vorming dus misvorming van het gemoed heeft. 3". Wanorde. Ook dit werkt zeer storend op de opgeruimdheid van gemoed. Het geen overzicht hebben op de zaken, materieele zoowel als verstandelijke, vermoeit den geest en drukt een stempel in het gemoed van dagelijks terugkeerenden wrevel. Wanneer we den soldaat met oplettendheid gadeslaan, zullen we kunnen opmerken At.'''-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 421