426
Het is te voorzien, dat bij de proefneming in Indië eveneens
klachten zullen opgaan over den hoogen prijs van de benoodigde
schijven, waarom dit punt hier niet onbesproken mag blijven.
Gaat het Legerbestuur over tot definitieve invoering, dan is het
duidelijk, dat het zich groote uitgaven zal moeten getroosten bij
de eerste aanschaffingde toekomst zal evenwel moeten leeren
of het gebruik van het nieuwe materieel op den duur zooveel
kostbaarder zal zijn dan het bestaande.
Vooralsnog zal een groot deel van het materieel betrokken
moeten worden van de „Actiëngesellschaft für Cartonnagenindus-
trie" te Dresden, doch het behoort niet tot de onmogelijkheden,
dat later één der Nederlandsche papierfabrieken in staat zal zijn,
om de benoodigde schijven aan het rijk te leveren. Concurren
tie is al spoedig te verwachten, terwijl bij het sluiten van een
contract zeker op groote reductie kan gerekend worden.
Leert de ondervinding, dat de schijven inderdaad duurzaam
zijn, blijkens een proef aan de Schietschool genomen, zijn de
verwachtingen in dit opzicht niet teleurgesteld dan mag men
veilig de meerdere kosten over eenige jaren omslaan.
Een hoofdvereischte is hier „zuinig zijn", wat te verkrijgen is
door in de eerste plaats groote zorg te besteden aan het onder
houd van het materieel. Daarom» is het zaak de behandeling en
het onderhoud toe te vertrouwen aan daartoe afzonderlijk aan
te wijzen, opgeleid personeel.
Dat men hier te lande doordrongen is van deze noodzakelijk
heid, bewijst wel het voorstel, dat in behandeling is, om gedurende
den tijd, dat de legerplaats bij Harskamp betrokken wordt, het
toezicht op de behandeling en het onderhoud van het materieel
op te dragen aan een officier, die daarvan op de hoogte is.
Aangezien het Indische leger geen schietkamp rijk is, zal men
zich het materieel per garnizoen moeten aanschaffen, zoodat het
vaste personeel alleen voor de maanden, waarin de gezamenlijke
schietoefeningen en het gevechtsschieten plaats hebben, in wer
king treedt.
Zou voor dien korten tijd bedoeld personeel, per garnizoen,
niet te recruteeren zijn uit voor den velddienst tijdelijk on ge-
schikte militairen of uit hen, die nog ongeveer een jaar te die
nen hebben?