- 434: -
Daar bij het gevechtsschieten met af deelingen het geknetter
van het geweervuur den knal van het vuur bij het doel zou
overstemmen, past men dat slechts toe bij oefeningen in het
individueel gevechtsschieten en bij het gevechtsschieten met
afdeelingen alleen daar, waar zulks noodig is om de schutters
opmerkzaam te maken op nevendoelen.
De eenvoudigste wijze om het vuur te markeeren is het doen
afschieten van losse patronen door het personeel in de posten.
Hier te lande is voorgesteld om de loopen van oud-modelgewe-_
ren te verkorten en de trekkerinrichting zoodanig te wijzigen,
dat de geladen geweren op stellingen gebonden en achter de
doelen geplaatst, van uit den post middels touwen kunnen wor
den afgeschoten. Hierbij te gebruiken losse patronen met zwart
kruit gevuld.
Om het vuur te markeeren bij artilleriedoelen kunnen rnoord-
slagen, kanonslagen, enz. gebruikt worden.
A Schietoefeningen.
Het groote voordeel, dat men verkrijgt door gebruik te maken
van bovenbeschreven materieel is, dat men de oefeningen in het ge
vechtsschieten meer overeenkomstig de werkelijkheid kan houden.
Tot nu toe moest de troep b.v. zoowel wanneer het verdedi
gend gevecht als wanneer het aanvallend gevecht werd beoefend
vooruitrukken, om de verschillende doelen op de gewenschte af
standen onder vuur te nemen. Nu kan men bij het verdedigend
gevecht op de eenmaal ingenomen plaats blijven staan, en wordt
het daardoor mogelijk, desgewenscht, de schietoefening te com-
bineer'en met eene oefening in het opwerpen of inrichten eener
verdedigende stelling, van waaruit het vuur zal worden afgegeven.
Het is natuurlijk niet doenlijk het aanvallend- of het verdedi
gend gevecht te voeren, zoodanig, dat de oefening als een aan
eengeschakelde tactische handeling verloopt, omdat daarvoor te
veel materieel benoodigd zou zijn en ook omdat het aantal te
verschieten patronen, dat per man is uitgetrokken, niet toereikend
zou zijn. Daarom is het zaak een greep te doen uit de verschil
lende gevechtsmomenten, zooals die kunnen voorkomen en de
doelen, die men in die momenten tegenover zich kan denken,
voor te stellen.