31 en Bloemfontein nogmaals, als in 't laatst van Maart, verbro ken werd. Bij Warrenton werd de geschutstrijd vrij regelmatig voort gezet, belangrijke veranderingen hadden daar niet plaats gehad. Het gebeurde bij Boshof was Methuen eene vingerwijzing ge weest, dat de Boeren geen poging onbeproefd zouden laten om, als de gelegenheid daartoe gunstig was, ook Robert's Wes telijke flank te bedreigen en zoover naar 't Zuiden door te dringen als noodig was om het Westerleger van de Kaapkolonie te isoleeren. Den 1 len werd door eene compagnie Munsterfuseliers een verkenning gemaakt tusschen Veertienstroomen en Warrenton met het doel de artilleriestellingen der Boeren uit te vorschen. Het doel werd niet bereikt. Te Kimberley kwam den 12en het 4e bataljon Scbotsche jagers aan; dit korps zou worden gebruikt, naar luid van berichten, tot de verdediging dier stad. Blijkbaar stond een oprukken in de richting van Mafeking in de naaste toekomst te wachten. Hunter te Kaapstad aangekomen, was met dat deel zijner divisie, dat niet aan de handelingen bij Wepener had deelge nomen, naar Bloemfontein opgerukt en had daar den 19en April eene conferentie met Roberts gehad. Den 28en bereikte hij Kimberley, waar omstreeks den len Mei behalve Hunter's divisie, ook Barton's brigade en de Imperial Light Horse uit Natal, vereenigd waren. Door de aanwezigheid van deze talrijke troepenmacht, welke zich tusschen Kimberley en de Yaal had verdeeld, was aan de verontrusting der Britsche kampen tusschen Windsorton en den Zuidelijken rivieroever een einde gekomen. De Boeren hadden het Methuen bij Kimberley lastig genoeg gemaakt. Zoo was de la Rey den 19en met slechts 150 man de bezetting van Boshof op 't lijf gevallen en had door zijne activiteit bij Windsorton Methuen gedwongen de afdeeling, die bij Boshof stond, terug te roepen. Dit detachement werd den 20en op zijn terugtocht naar Kimberley door de Boeren bij Zwartkopjesfontein overvallen en leed daarbij een niet onbelangrijk verlies, ook aan gevangenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 45