446 Bij de mitrailleurs met handbeweging is voor elk schot of voor •elk salvo een manipulatie noodig, gewoonlijk bestaande in het ■draaien van een zwengel of het op- en neerbewegen van een hefboom. Twee hoofdstelsels vallen daarbij te onderscheiden: le, de mitrailleurs met een bundel draaibare loopen of het zoo genaamde revolverstelsel 2e, de mitrailleurs met een of meer vaststaande loopen. Tot het stelsel ad. 1 behoort de Gatling mitrailleurdie in den Amerikaanschen burgeroorlog (1865) veel gebruikt werd en later, allengs verbeterd, in Engeland werd ingevoerd. Hij is de voor- looper geweest van het bij onze Marine in gebruik zijnde Hotch- kiss-kanon. Het G-atling-patent is nu verouderd. Het stelsel ad. 2 is verdeeld in twee soorten, n.l.: a mitrailleurs, welke ingericht zijn voor onafgebroken vuur; b. mitrailleurs, welke ingericht zijn voor salvovuur, deze laat- sten zijn de oudsten. Een voorbeeld van een niet-automaat ingericht voor onafge broken vuur (ad. a boven) is de Nederlandsche mitrailleur M. 1890. (Gardners patent) en voor salvovuur (ad. b boven) de Neder landsche mitrailleur M. 83 (stelsel Christophe-Montigny). Ook bij de automaten kent men 2 stelsels, n.l.: le. „dont le mouvement est produit par l'effet du recul du ca non ou de la pièce de fermeture"; 2e. „oü les gaz agissent directement sur un piston moteur, ou une pièce actionnant le mécanisme". Tot de eerste soort behooren de mitrailleurs, die water noodig hebben om den loop af te koelen (Maxim, SkodaNordenfelt de Paris), tot de tweede soort die waarbij zulks op andere wijze geschiedt, n.l. door een radiateur (Hotchkiss), of door toevoer van koude lucht (Colt). De niet-automaten buiten beschouwing latende, zij vermeld, •dat omstreeks eeuw geleden door den Amerikaanschen inge nieur Maxim patent werd genomen voor een vuurwapen, waar bij aan het recul de beweegkracht werd ontleend voor het in werking brengen van het sluit- en ontstekingsmechanisme. Door het aanbrengen van verschillende verbeteringen gelukte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 462