453 Van het Zwitsersche geweer van gelijk kaliber bedraagt de middellijn van den cirkel, waarin op 300 M. 50 °/o schoten vallen ■61 c.M. wanneer geschoten wordt door een middelmatig geoe fend schutter. Tegen een batterij in stelling verkreeg men met den mitrail leur op 1400 M. 7 en op 1600 M. 4 °/0 treffers 1); terwijl tegen ■een batterij in stelling met het Zwitsersche geweer 6 °/0 treffers verwacht kunnen worden. (Wille-Waffenlehre). Uit het voorgaande moge blijken, dat op het schietterrein, dus onder de gunstigste omstandigheden, de trefkans van geweer en mitrailleur van gelijk kaliber niet veel verschilt. Geheel anders wordt deze toestand in het gevecht. Terwijl men dan bij den troep te doen heeft met vele schut ters, menschen waarop de gevechtsinvloeden wel is waar in ver schillende mate, maar toch krachtig inwerken, zoodat de sprei ding van het wapen zeer groot wordt, daar heeft bij den mitrail leur het gevecht slechts invloed op één persoon, op den schutter (richter). Men kan dus voor de bediening (richter) zijn personen kiezen. Bovendien moet de invloed van het gevecht geringer zijn op den richter, dan op den troep, omdat men verschillende middelen kan aanwenden om den richter aan het vuur te onttrekken, o.a. beschutting door een schildook vindt een mitrailleur gemakke lijker in het terrein dekking dan een troep van gelijke vuurkracht. Alleen wanneer de afstand verkeerd geschat wordt, is de tref kans van den troep grooter dan die van den mitrailleur, juist ■door de grootere spreiding bij den troep. Waar men echter bij een eenigszins gunstigen bodem door het geconcentreerder vallen der schoten van den mitrailleur allicht aanslagen waarneemt, is correctie van den afstand bij den mi trailleur gemakkelijker. Ook zou men wat betreft bewegende doelen als volgt kunnen bandelen. Worden op een zekere plaats vóór een bewegend doel, veel aanslagen waargenomen, dan wordt het vuren gestaakt tot dat het doel de bedoelde plaats bereikt heeft. 1) Volgens de „Verslagen, Rapporten en Memoriën" 25e. deel 6e. aflevering. Bijl. A verkregen afdeelingen infanterie in de Legerplaats bij Harskamp tegen een veldbatterij in stelling op 1000/1100 M. 3 pCt. treffers (oef. XII) en op 1000/1200 M. 5 pCt. (oef. XX).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 469