458 hij tot het laatste oogenblik kan blijven vuren en het verloren gaan van enkele dezer vuurmonden niet opweegt tegen de ver liezen, die anders aan manschappen geleden zullen worden. Echter volgt hieruit ook, dat een groot aantal mitrailleurs voorhanden zullen moeten zijn, daar er bij hardnekkige verdediging her haaldelijk verloren zullen en mogen gaan. Behalve in vorengenoemde gevallen, waar de mitrailleurs ge dacht werden als te kunnen optreden 1'. als integreerend deel van de infanterie, 2e. zelfstandig, en dan gedekt door kleine troepen afdeelingen (infanterie, cavalerie, wielrijders\ meen ik, dat zij bovendien met vrucht gebruikt zouden kunnen worden bij de cavalerie, en vooral bij onze cavalerie, wier krachtsuiting slechts gering kan zijn. Waar, vooral in verband met hare sterkte, maar dikwijls ook door het terrein de cavalerie goed zal doen niet altijd zuiver cavaleristisch, doch naarmate de omstandigheden ook als bere den infanterie op te treden, daar zal haar de steun van mitrail leurs slechts welkom kunnen zijn. Neemt men toch aan, dat 8 eskadrons onder éénhoofdige lei ding kunnen optreden, dan zouden voor het gevecht te voet na aftrek der paardenhouders en der „reserve te paard" hoogstens de helft der ruiters, maar dikwijls nog minder aan het gevecht deel kunnen nemenin het gunstigste geval dus een aantal ter sterkte van 1V2 compagnie infanterie. Daar de vuuruitwerking der cavalerie uit den aard der zaak minder groot is dan die van een gelijk aantal infanteristen kan dat l'/2 afgezeten eskadron dus vermoedelijk ontwikkelen een vuurkracht gelijkstaande aan die van één compagnie infanterie. Hoeveel zou het dien cavaleriecommandant niet waard zijn in dat geval te kunnen beschikken over eene dubbele vuurkracht, welke, zooals later blijken zal, verkregen kan worden door toe voeging aan de 3 eskadrons van zes mitrailleurs? Maar zelfs al reed deze cavalerie bij gunstige omstandigheden ten aanval, hoeveel grooter zou het succes dan niet kunnen zijn als haar aanval door mitrailleurvuur gesteund werd. Noodig wordt deze toevoeging zelfs als de kans bestaat, dat de vijan delijke cavalerie door mitrailleur- of artillerievuur gesteund wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 474