HEI VOORBEREIDEND MILITAIR ONDERWIJS.
Dit jaar werd ik te Meester-Cornelis benoemd in de commissie
tot afneming van het vóórexamen voor de Militaire School en
had daardoor gelegenheid kennis te maken met een negental
-zoogenaamde aanbevolen militairen.
Het programma van het toelatingsexamen nagaande (A. O.
1895 No. 10 bldz. 11) kwamen mij de eischen al bijzonder gemak
kelijk voor en kan men dit toelatingsexamen eenigszins verge
lijken met het overgangsexamen van het le. naar het 2e. studie
jaar eener Hoogere Burgerschool, doch voor de talen wat lichter
gemaakt. Zoo wordt voor het Fransch vereischt:
Eenige bedrevenheid in het lezen en het vertalen van een ge
makkelijk stuk proza van het Fransch in het Nederlandsch, waar
bij het gebruik van een woordenboek is toegestaan (makkelijker
kan het al niet).
Yier van de adspiranten waren indertijd in het 2°. studiejaar
eener Hoogere Burgerschool geweest, een had zelfs vier klassen
van een Gymnasium doorloopen, een ander was na slaging voor
het 2e. studiejaar in dienst getreden, een had slechts gedeeltelijk
het le. studiejaar gevolgd; twee hadden slechts lagere scholen
bezocht, doch een hunner had na dien tij d steeds privaatlessen
gehad. Yijf hadden reeds een of meermalen aan het vóórexamen
deelgenomen, waarvan twee het vorige jaar geslaagd waren.
Afgaande op den leeftijd der jongelui, vier waren er 19 en vijf
21 jaar, dacht ik niet anders of door allen zou een zeer goed
examen worden afgelegd, daar toch in den regel een overgangs
examen van het le. naar het 2e. studiejaar eener Hoogere Bur
gerschool op veel jongeren leeftijd wordt afgelegd.
Van de negen adspiranten haalden er evenwel slechts drie
voldoende in alle vakken, terwijl er nog een met een onvoldoend
cijfer in een vak door de commissie werd doorgelaten.
Zeer zeker al een zeer slecht resultaat. Ligt dit nu aan de