463 adspiranten of wel aan de opleiding M. i. voor het grootste ge" deelte aan de opleiding, altijd als men van opleiding kan spreken" Wat gebeurt er toch met de aanbevolen militairen? Bij hun indiensttreden worden ze ingedeeld bij een Depot-Bataljon, aldaar zoo goed als gewoon recruut behandeld, gaan na het afexerceeren over bij het 2e. of lle. Bataljon, om vandaar de kaderschool te bezoeken en daarna weder bij hun Bataljon terug te keeren. Gedurende hun verblijf bij het Depot-Bataljon 4 maanden en tijdens hun verblijf bij de kaderschool, voor korporaal en ser geant 8 maanden, wordt van hun geen bijzondere notitie genomen. Tijdens hun verblijf bij het lle. Bataljon werden de aanbevolen militairen 's avonds van 5'/2 7 uur vereenigd en een luitenant gecommandeerd, die hen bij de studie behulpzaam was. In den regel wordt hiervoor een jong luitenant aangewezenwanneer men nu in aanmerking neemt, dat de adspiranten van geen enkelen dienst waren vrijgesteld, dat de officier-instructeur dit ook geheel in zijn vrijen tijd moest doen en evenals zijne toe hoorders door de drukke diensten bij een veldbataljon met de garnizoensdiensten meermalen verhinderd was, dan kan men toch eigenlijk gezegd niet van eene opleiding over zeven vakken spreken en worden dus de jongelui vrijwel aan hun lot over gelaten. Het gevolg hiervan is, dat de meesten jaren lang als aanbevolen militairen rondloopen, voor zij er toe overgaan het admissie-examen te doen, daardoor het geleerde vergeten en op te ouden leeftijd eerst ernstig zich er op toeleggen. Gaat dit zoo door, dan is het te voorzien, dat jaar in jaar uit het gehalte slech ter zal worden en geen stof meer voor de Militaire School aanwezig zal zijn, wat natuurlijk een gewenscht motief is om ook deze op te heffen en daardoor het geheele onderwijs naar Nederland over te brengen. Zoo zullen dan ook dit jaar de 14 plaatsen voor de Militaire School zeker niet aangevuld kunnen worden. En toch is hierin op eenvoudige wijze verandering te brengen. Men bepale, dat bij het le. en 2e. Depot-Bataljon de aanbevolen militairen worden ingedeeld en dat aldaar een voorbereidende cursus worde opgericht voor opleiding dezer militairen tot het admissie-examen der Militaire School onder toezicht van den di recteur der kaderschool, die zijne officieren als instructeurs aan wijst, en waar dagelijks 2 a 3 uren wordt les gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 479