467 - Die militaire discipline eischt, dat de man worde een machine an de hand van den aanvoerder, een machine, die dadelijk vol brengt, wat van haar wordt geëischt, maar die bij de uitvoering het verstand, waarmede zij gezegend is, moet gebruiken. Kolonel Ambert tracht dit duidelijk te maken door de volgende vergelij king: van alle machines was de schop zonder twijfel de eerste en ■de eenvoudigste. De schop is den arm van den mensch tot steun om den grond te bewerken. Met de schop kan de mensch zich verrijken; zonder den arm van den mensch was de schop een onnut werktuigzonder de schop zou de arm niet voldoende in staat zijn om het werk te volbrengen. Uit dit samengaan van den mensch en de schop, d.w.z. van het denkend wezen en de stof kan veel worden geleerd; de mensch begreep, dat hij zeer zwak zoude zijn, indien hij alleen zijn verstand en zijne handen gebruikte. Toen de mensch, in stede van alleen de schop als compagnon te nemen, zich verbond met andere menschen, be grepen zij, dat van hen een of meer als denkende wezens moesten optreden, terwijl de andere machines moesten zijnwant indien niemand er in had toegestemd om schop te wezen en indien allen als denkende wezens hadden willen optreden, zou de aarde niet bewerkt hebben kunnen worden. Maar indien een verbond had kunnen worden gesloten, waarin ook de schop als denkend wezen had kunnen optreden, zou dit verbond de mooiste resultaten hebben opgeleverd. En juist daarom is de militaire machine zoo bewonderens waardig. De soldaat heeft zijn verstand. Hij kan en moet dit gebruiken ten algemeenen nuttehij moet daarmede zijne chefs helpen in de uitvoering van de hun opgedragen taak. Het is -evenwel noodzakelijk, dat hem geleerd worde, hoe hij dat ver stand moet benutten, opdat hij in moeilijke omstandigheden wete, wat hij zal moeten doen. Onze soldaat is een heel gewoon mensch, meestal voortgesproten uit eene volksklasse, waar men niet leert zijn verstand te scherpen. Het zal hem dus zeer moeilijk vallen om zonder voorbereiding plotseling dat verstand te gebruiken Eenige aardige voorbeelden tot staving van het bovenstaande vond ik een paar dagen geleden in een stukje, •opgenomen in de United Service Magazine van Maart 1901, ge titeld: „The unintelligence of Thomas."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 483