469 dat ook zij geen voedsel hadden meegenomen, maar dat zij in hunne ransels alleen een verschooning hadden gepakt. Ernstiger gevolgen had het volgende voorval. Ongeveer acht cavaleristen moesten bij dag een boerenhoeve gaan bezetten. De oudste dier cavaleristen trad, bij gebrek aan kader, als com mandant op. Het was bekend, dat in de omgeving zich vele Boe ren ophielden en dat de hoeve, die moest worden bezet, bewoond werd door vijandelijke Boeren. Toch reden deze soldaten zonder eenige voorzorgen te nemen naar de deur van het huis, waar onmid dellijk een van hen werd doodgeschoten en drie anderen gewond geraakten. Ten slotte nog een ander aardig voorbeeld, door schrijver aan gehaald: Twee Canadeesche ruiters waren op patrouille. Zij ont dekten een bereden Boer, achtervolgden hem, joegen hem in een moeras en begonnen op hem te schieten. De Boer sprong van zijn paard, trachtte te vluchten, maar raakte vast in den mod der, waarop hij zijn geweer liet vallen en zijn beide handen op stak als teeken, dat hij zich overgaf. Hierop richtte een dei- beide ruiters zijn geweer op hem, terwijl de ander achterwaarts front maakte en den omtrek begon te verkennen. Een officier, die toevallig in de nabijheid was, vroeg wat dit gedrag te betee- kenen had, waarop de man antwoordde: „Ik heb de Engelsche reglementen bestudeerd en weet nu, dat, indien iemand zijne beide handen opsteekt, dit beteekent: De vijand wordt gezien! Nu kijk ik, waar hij is." Deze voorbeelden toonen aan, dat de Engelsche soldaat zeer weinig gebruik maakt van het verstand, dat hem gegeven is en al moge het nu waar zijn, dat onze militairen niet zulke domme zetten zullen doen als de bovenbeschrevene, toch ben ik er van overtuigd, dat ook wij een heel aardige verzameling anekdoten zouden krijgen, indien wij den man eens zijn gang lieten gaan en hem tegelijkertijd gadesloegen. En waar zou nu voornamelijk de schuld moeten worden ge zocht? Bij de officieren zelf? Ik geloof het niet; ik ben er van overtuigd, dat deze alles zullen doen, wat mogelijk is om den man practisch geschikt te maken voor zijn taak. Neen, de fout schuilt grootendeels in het opleidingsstelsel. Wel is waar zijn wij de laatste jaren reeds een veel beteren weg opgegaan door bij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 485