NOGMAALS SERVIES VOOR SOLDATEN-MENAGES.
De aanhouder wint.
Mijn dank, geachte Slagpinvoor de in de 46. aflevering van het
Tijdschrift verstrekte mededeelingen. Enkele van deze geven
mij aanleiding, in het belang van de door ons beiden voorgestane
zaak en ter voorkoming van mogelijk misverstand, voornamelijk
door derden, de welwillendheid der Redactie nogmaals in te roe
pen, tot plaatsing van de volgende, korte opmerkingen.
Ge zegt, geen „uitgebreid servies van porcelein" te hebben
bedoeld, en als ik het goed begrijp, daarom weinig vrede te kun
nen hebben met Dake's begrooting, volgens welke een bedrag
van niet minder dan f 508,125 zou benoodigd zijn, om eene
menage van 125 man van het noodige te voorzienmet de helft
van dat bedrag f 249,35 zoo lees ik verder, oordeelt Gij,
dat naar den eisch zou kunnen worden volstaan.
Den prospectus, enz. van evengenoemden fabrikant heb ik niet
in mijn bezitik meen echter, dat daarin geen sprake was van
porceleinendoch uitsluitend van geëmailleerd ijzeren servies, dat
geheel naar verkiezing van de bestellers zou kunnen worden samen
gesteld. Zoodat, waar de door den aanbieder bij wijze van voor
beeld ontworpen begrooting te grootscheeps moet worden geacht,
bij de bestellingen ad libitum daarvan kan worden afgeweken.
En dat op die wijze een billijk eindcijfer kan worden bereikt,
blijkt uit het tweede, hiervoren genoemde, door U uit Dake's
prijscourant berekende bedrag.
Hoe komen we aan het geld ter aanschaffing? wordt voorts
door U gevraagd, en stilzwijgend gaat ge daarbij uit van de ver
onderstelling, dat die kosten door het Land zouden moeten wor
den gedragen. Ofschoon ik dit nog niet dadelijk als een axioma
zou kunnen aannemen, wil ik over de al-dan-niet-juistheid, naar
mijn inzien, van het door U ingenomen standpunt het thans niet
hebben. Alleen meen ik in het midden te moeten brengen, dat