473 wij practisch zouden handelen, dit punt voorloopig te laten rus ten, en de hoop op betere tijden behoeven we daarom niet pi ijs te geven als vaststaand aan te nemen, dat, even als zulks geschiedde hij de enkele compagnieënwaarhij men tot nu toe de ser- vies-quaestie in practijk gebracht hoeftde aanschaffings- en onder houdskosten door de menages zouden moeten worden gedragen; iets wat vide de, in deel II van den vorigen jaargang, blz. 387, door mij aangehaalde opstellen door deze met voordeelzelfs met aanzienlijk VOORDEEL, zou kunnen worden gedaan. In den tegenwoordigen tijd wordt er voor militaire doeleinden al veel van de schatkist gevergd. De bezuinigingswoede is, zoo- als de Redactie ten rechte aanteekende, blijkbaar aan het luwen, maar daarom juist lijkt het raadzaam, onze eischen te matigen, en voor het vele noodige het gewenschte nog te doen wijken. Ik viees, dat wilden wij de invoering van soldaten-servies afhan kelijk stellen van het beschikbaar-komen van de daartoe benoo- digde fondsen op de begrooting, wij daarmede de totstandko ming 'van een nuttigen maatregel voor zéér langen tijd zouden uitstellen: wie weet, of het uitstel er geen ad calendas graeces zou blijken te zijn. In het voorbijgaan zij opgemerkt, dat ik niet zonder verwon dering kennis nam van uwe bewering, dat „men zelfs niet „schioomt, om den soldaat op zijne voeding te beknibbelen." Mij is van een dergelijk streven niets bekend, tenzij Ge het oog hebben mocht op de in 1899 plaats gehad hebbende halvee ring van het jen ever-ration op marsch en te velde, en de ont houding er van aan niet-Europeanen Ik dacht integendeel, dat men er in de laatste jaren voortdurend op uit geweest is, de voeding onzer manschappen te verbeterenen zelfs ben ik het met mijzei ven nog oneens, of men in een enkel opzicht daarmee niet het mij overigens zeer ter harte gaande doel voorbijstreeft, wat ik echter, als buiten ons onderwerp liggend, verder rusten laat. Of, valt me daar in, bedoeldet Ge de diverse postjes, misschien posten, die zonder met de voeding iets uit te staan te hebben, in het debet der menagerekeningen moeten worden geboekt, als daar zijn: benoodigdheden voor het onderhoud der wapening, enz.? Ik weet niet precies, of men met deze. beknibbelarij, noem ik het gaarne met U, in de laatste tijden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 489