479 demie-officieren, maar schroomt deze hoog ontwikkelde leden van het officierskorps gezag toe te kennen over het mindere Euro- peesche kader. Het komt mij voor, dat het hoog tijd wordt, een stap te doen in een betere richting. Wij moeten dat verouderd heloten-systeem vaarwel zeggen met voorzichtigheid name- lijk, althans voorloopig. Hoe is't mogelijk eene ontwikkeling van den inlander aan te bevelen, zooals de heer N. bedoelt zeker een hoogst verlicht denkbeeld en te gelijk voor het behoud van een toestand te pleiten, die door niets meer gerechtvaardigd wordt en niet anders dan beschamend kan zijn voor den handhaver zeiven. Men vange aan met de gelijkstelling met Europeanen van de inlandsche officieren. (Of zou men deze ontwikkelde inlanders achten beneden de Japanners, die men te eeniger tijd wellicht met hunne hulp bestrijden moet?) Die gelijkstelling zal ongetwijfeld met groote dankbaarheid aanvaard worden en zeker aan het welslagen van den maatregel ten goede komen. Wat betreft de gezagsverhouding, die tusschen Eur. en inl. offi cieren zoude bestaan, afgescheiden van het vorenstaande, vrees ik niet, dat zij eene indeeling zoude beletten, zooals door mij is aan gegeven. De Eur. luitenant, die naast de beide inl. officieren bij de compagnie zoude dienen, moet, zooals ik schreef, geen pelo tons-commandant zijn, maar den compagnies-commandant speciaal zijn toegevoegd, om dezen in zijne dienstplichten bij te staan. Dat zal hem van zelf een zeker relief in de oogen zijner inl. col lega's geven. Uit den aard der zaak zal hij tot de oudste offi cieren van het bataljon behooren en dus in de meeste gevallen wel ouder zijn dan de inl. luitenantsDoch wat helpt eene bepaalde indeeling eigenlijk in deze. Ook buiten den compag nies-dienst zal het geval zich dikwijls moeten voordoen, dat een Eur. luitenant aan een inlandschen ondergeschikt is. Ik zie daarin geen bezwaar. Ook thans staan Europeanen (fuseliers) meerma len onder commando van inl. kader, maar juist dit is verkeerd, zoolang het beginsel,;Geen Europeaan onder een inlander" nog van kracht is. En thans herhaal ik met nadrukmen hoede zich zou het tot het scheppen van een instituut van inl. officieren kunnen komen voor het daarstellen van ongelijkheid tusschen Eur. en inl. officieren van denzelfden rang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 495