482
voor de toekomst, als de berekeningen op een standvastige ba
sis rusten en dat is hier niet het geval. Ik koester de beste
verwachting, al dadelijk, van eene proef in de aangeduide rich
ting de materiëele en moreele voordeelen voor de aanzienlijke
standon op Java, daarbij te behalen, zijn in waarheid groot.
Ten slotte acht de heer N. mijn voorstel, om den inl. officier
na een tiental jaren, d. i. alvorens hij den kapiteinsrang zoude
bereiken, tot het burgerlijke leven te doen terugkeeren, niet
aannemelijk. Hierboven behandelde ik deze quaestie reeds in
meer algemeenen zin, thans zal ik haar hoofdzakelijk uit een
zuiver militair standpunt bezien.
De schrijver heeft gepleit voor strenge afzondering van den
inl. officier, opdat aan het beginsel: „geen Eur. onder een inl."
geen afbreuk worde gedaan. Maar is er geen strijd, zoo vraag
ik, tusschen dit pleidooi en schrijvers verlangen, om den inl.
officier ook als kapitein in het leger gehandhaafd te zien? Hoe
veel omstandigheden zijn er niet, waarin een kapitein ook gezag
uitoefent over officieren, die niet tot zijne compagnie, ja zijn
bataljon en zelfs zijn wapen behoorenmen denke aan den week-
dienst, het voorloopig en gerechtelijk onderzoek en zooveel an
dere. En gaat het beginsel, hierboven aangegeven, op die wijze
alzoo onder (mij wel, waar het de Europeesch ontwikkelde inl.
officieren betreft) dan is er geen reden, waarom de schrijver ook
niet nog de hoogere rangen voor deze officieren bereikbaar vraagt.
De onthouding daarvan zou in de oogen der belanghebbenden
onbetwist het kenmerk van achteruitstelling dragen en alzoo
eene zekere mate van ontevredenheid wekken, en hiertegen dient
angstvallig gewaakt, wil de maatregel haar volle sociale en po
litieke waarde behouden. In het beginsel, duidelijk vooropge
steld, dat de officiersrang in hoofdzaak de brug zal zijn naar een
werkkring bij het inlandsch bestuur of elders, kan, wat betreft
het vorenstaande, niets stuitends gelegen zijn.
Het behoud van de inl. officieren in den kapiteinsrang zal de
bevorderingskansen der luitenants eer slechter dan beter maken,
want aan inl. kapiteins behoeft geen buitenlandsch verlof te
worden toegekend. De promotie tot majoor, die door het toe
laten van inlanders in het officierskorps aanmerkelijk verbeteren