486 in 's Lands vergaderzaal, als schrijvende in tijdschrift of dagblad zijne denk beelden openbaar maakt, herhaaldelijk zullen zelfs zijn meest verklaarde tegenstanders moeten erkennen, dat hij den vinger op de wonde plek legt en dat hij met de kracht zijner overtuiging vele misstanden duidelijk onder onze oogen brengt. Ook hier, waar hij scherp wellicht op enkele punten onnoodig en misschien zelfs onbillijk scherp veroordeelt het systeem door de Neder- landsche Regeering aan Indië voorgeschreven om tal van goederen door Hare hooge tusschenkomst uit Europa te betrekken, herkent men met genoegen den man, die recht op zijn doel afgaat, in casu de bescherming der Indische belangen. Dat het gevolgde systeem slecht werkt, dat het geheel uit den tijd is, wie onzer is daarvan haast niet overtuigd. Een ieder, die een blik ge slagen heeft in de verschillende bureaux, te zamen vormende het bestuurs- raderwerk van de verschillende Departementen te Batavia, zal uit het geheugen het aantal voorbeelden door den heer van Kol aangegeven kun nen verdubbelen, ja wij zouden haast geneigd zijn te zeggen, te vertien voudigen. Het gevolgde stelsel werkt duur, het is oorzaak, dat Indië dikwijls uitgezonden krijgt slechte waar, het is oorzaak dat hier veel en velerlei moet worden afgekeurd, het heeft ten gevolge, dat wij hier veelal niet de nieuwerwetsche zaken, de laatste verbeteringen krijgen, die wij wen- schen, het is oorzaak dat tal van bestellingen te laat, veel te laat, uit gevoerd worden en het belemmert in hooge mate de ontwikkeling der in dustrie in Indië. Toch is het steeds gehandhaafd geworden, toch heeft bijna niemand er zich tegen verzet. Menschen als de heer van Kol, die de koe forsch bij de hoorns durft te pakken, hebben wij noodig. Laat ons hopen, dat zijn artikel eindelijk het gewen schte resultaat zal bereiken. Mocht men het hier in Indië in vele opzichten nog niet zonder Nederlandsche Regeerings bemoeienis kun nen stellen, waar het de onderwerpelijke bestellingen betreft, welnu er is voorzeker niets tegen om die bemoeienis te blijven inroepen, als zij door Indië gewenscht wordt, doch dat men ons vrij late onze bestellingen rechtstreeks te doen, hetzij in Indië, hetzij in Nederland, hetzij elders, indien wij overtuigd zijn, dat i. c. de hulp der Nederlandsche Regeering onnoodig en ongewenscht is. De Bandera Wolanda. Op verzoek van de Redactie van de „Bandera "Wolanda", die gaarne zag, dat haar doel en streven meer algemeen bekend geraakte, in de stille hoop, dat enkele oud-gasten, die in Indië een groot kapitaal of ruim pen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 502