36 van Helpmekaar de stelling der Boeren in de Biggarsbergen bedreigde. Daar kwam het den 10en tot een schermutseling met eene kleine Britsche colonne. Terwijl deze beweging tegen den linkervleugel der federalen werd uitgevoerd, rukte generaal Hunter met 't grootste gedeelte der Britsche macht van uit Ladysmith naar de Zondagsrivier op. Botha voerde het bevel over de Boeren in de Biggarsbergen, Joubert bevond zich met 't hoofdkwartier, waarbij Schalk Burger, bij Glencoe. De passen in het Drakengebergte waren door Vrijstaters bezet. Die toestand bleef dagen lang onveranderd. De Boeren in de Biggarsbergen legden telegraphische verbindingen aan tusschen de verschillende bezette punten, zwaar geschut werd geplant op Pongwenikopje, Hlatikoeloekop en Impatikop, terwijl bij Cundycbergh in het â– Drakensgebergte eveneens zware vuurmonden in batterij werden gebracht, zoodat de stelling der Boeren zich van de passen op de Yrijstaatsche grens tot aan de Buffalorivier in het Oosten uitstrekte. Den 14en werd er geschermutseld tusschen een afdeeling van de African Light Horse en een patrouille van de federalen, 11 K.M. Oostelijk van het Britsche kamp aan de Zondagsrivier. De Boeren traden meer actief op en versterkten hunne positie door 't plaatsen van zware kanonnen tusschen Jonono'skopje en Tenta Injoni, nabij het slagveld van Rietfontein. De positie der Boeren in de Biggarsbergen was geleidelijk verbeterd, het sterkst tot nabij den weg naar New-Castle, minder bij dien naar Dundee. De werkzaamheid der Engelschen bepaalde zich bijna uitsluitend tot die tegen den linkervleugel der Boeren, omdat alleen langs dien kant het bedreigen van de operatielijn der Boeren mogelijk was. Trouwens de Engelsche bevelhebber heeft geen poging gedaan om den sleutel der stelling te bemach tigen, misschien omdat hij de ervaringen aan de Toegela op gedaan in practijk wilde brengen, misschien ook, zelfs zeer waarschijnlijk, had Roberts hem aangemaand te wachten tot ook in den Vrijstaat weder agressief werd opgetreden. De Boeren, die wel begrepen, dat Buller niet immer werkeloos zoude blijven, versterkten voortdurend hunne positie, welke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 50