7 Mar. Octobre.) Lo tir sur lo Belleislc. Proeven genomen door de Engelsche marine nabij Portsmouth. (It. Mar. Octobre.) A propos du Belleisle. (R. Mar. Octobre.) La folie de la vitesse. (R. Mar. Octobre.) La Babel navale. Wijst op de verwarring, die in zake constructie en bewapening der oorlogs schepen bij de verschillende zeemogendheden bestaat. (R. Mar. Octobre.) Francesco Crispi und die Yerteidigung Italiens zur See. (N. M. B. Nov.) Speed in naval tactics. (J. R. U. S. Nov.) Les nouveaux chantiers ma- ritimes de l'Allemagne. (I. R. Suppl. 21.) The french navy. (Scientific Amer. Suppl. 1292.) Cuirassé japonnais. (R. tech. 25 Oct. 1900.) Onze nieuwe kruisers. (De Ingenieur No. 43.) Report of rear admiral Fargu- har on the Newport naval maneuvres. (Scientific Amer. 27 October.) The twin-screw steamyacht „Arrow." (Scientific Amer. Suppl. 1296.) La vitesse dans la marine. (R. Mar. Novembre.) L'application de la télé- graphie saus til a la direction des torpilles. (R. Mar. Novembre.) Situa tion du département de la marine des Etats-Unis vis-a-vis de la com pagnie du sousmarin Holland. (R. Mar. Novembre.) Essai d'affut a Ports mouth. (R. Mar. Novembre.) Refonte du croiseur „Atlanta". U. S. A. (R. Mar. Novembre.) Een en ander over Hr. Ms. zeilschoener „Argus" en over de vorming tot zeeman. (Mar. Afl. 6.) Hr. Mr. Pantserschip „Koningin Regentes". (Mar. Afl 6.) De stuurman bij de K. N. M. (Mar. Afl. 6.) Do machinisten der Kon. Ned. Marine. (Mar. Afl. 6.) Reis van II. M. torpedobootcn „Hydra" en „Soylla" van Niouwediep naar Oost-Indiö. (Mar. Afl. 6 Algemeene beschrijving der voortstuwingsmiddelen en overzicht der proeftochten van II. Ms. pantscrdekschepen„Utrecht", „Gelderland" en „Noord Brabant". (Mar. Afl 6.) De reis van Hr. Ms. „Gelderland". (Mar. Afl. 6.) XVI. Algemeene militaire wetten en voorschriften. Militair recht. De afzonderlijke militaire rechtspraak. (Mar. afl. 5.) Een leerrijk prae- Advies. Over hel onderwerp: Moet voor tijd van vrede eene afzonderlijke rechtspraak voor militairen worden behouden? (Mar. afl. 5.) Uit den krijgsraad. Vonnissen van zeekrijgsraden. (Mar. afl. 5. en 6.) Wetten tot regeling van do bevordering, het ontslag, enz. der militaire officieren, en tot regeling der pensioenen bij de zeemacht. (Mar. afl. 5.) Bevoegdheid. S. D. van 28 September 1900 en naschrift van de Eedactie. De militaire rechter is de bevoegde, indien een militair in vereeniging met burgers een commun delict heeft gepleegd en de burgers reeds voor hunnen dagelijk- schen rechter hebben terecht gestaan: Art. 14 C. W. is alleen van toe passing bij gelijktijdige berechting. (M. R. afl. 10.) Correspondentie. Aan den len Luit. der Inf. J. F. den O. te K. R. Over den regel van den wetgever: „geen strafbare beleediging na provocatie.'''' (M. R. afl. 10.) Cor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 521